LOB, kritiek krijgen en geven

LOB, Kritiek krijgen en geven
1 / 48
next
Slide 1: Slide
sociale vaardighedenPraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

LOB, Kritiek krijgen en geven

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Doel

Aan het einde van de les kun je beschrijven welke punten belangrijk zijn bij het geven en ontvangen van kritiek.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat is kritiek? noem een voorbeeld

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Tekst
Geef aan waarom we kritiek geven aan andere mensen?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

We geven kritiek omdat we verandering willen of om iets onder aandacht te brengen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Op welke manier kun je kritiek geven?

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Belangrijk bij kritiek geven
  • Bedenk waar je het niet mee eens bent?
  • Geef aan dat je iets wilt zeggen,
  • Vertel in rust wat je wilt zeggen,
  • Luister naar de reactie van de ander,
  • Vraag wat de ander ermee gaat doen, 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Belangrijk bij kritiek krijgen
  • Luister goed en blijf rustig,
  • Geef aan als je iets niet begrijpt,
  • Zeg waar je het mee eens bent,
  • Zeg waar je het wel mee eens bent
  • Vertel wat eraan gaat doen.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat kan er gebeuren als je kritiek krijgt?
  • De kritiek overvalt je
  • Je kunt de kritiek indenken
  • Je vindt de kritiek niet terecht 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Waarom durven mensen soms geen kritiek te geven?

Slide 10 - Mind map

KRITIEK

Opbouwen of afbrekend

 

Als je kritiek geeft vind je dat iemand iets anders moet doen of moet vinden. Je kunt je kritiek op twee manieren uiten: opbouwend of afbrekend.  

Bij opbouwende kritiek vertel jij de andere op een normale manier wat jij graag anders wilt en waarom.

TekstvakBij afbrekende kritiek zeg je alleen wat een ander verkeerd doet, maar je legt niet uit waarom en wat de ander anders kan doen. Je bent dan kortaf en vaak onvriendelijk.

 

Voorbeeld: je vind dat iemand een te lange broek aan heeft.

Afbrekend: ‘dat is geen gezicht die te lange broek van jou.’

Opbouwend: ‘Het lijkt mij mooier als je die broek wat korter maakt.’

 

Opdracht 1:

Verander de afbrekende uitspraken hieronder naar opbouwend.

Tekstvak‘Je loopt voor gek met die sokken.’

 

Tekstvak‘Hoe is het mogelijk dat jij wéér te laat bent.’

 

Tekstvak‘Waar bemoei jij je nou weer mee, vriend.’

 

Tekstvak‘Je denkt de hele dag alleen maar aan jezelf.’

 

Tekstvak‘je ruikt naar zweet’

 

Opdracht 2:

TekstvakVraag aan de student naast je om een afbrekende kritiek op te schrijven.

 

TekstvakMaak deze afbrekende kritiek opbouwend.

 

 

 
Hoe vind jij het om kritiek te geven?

Slide 11 - Poll

This item has no instructions

Hoe vind jij het om kritiek te krijgen?

Slide 12 - Poll

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Wat vind je van de manier waarop de jury van Idols kritiek geeft?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Wat zou het met jou doen als je zo`n soort kritiek zou krijgen?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Van welke kritiek word je boos?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Kletskous, nu heb je weer je werk niet af.
A
goede manier
B
geen goede manier

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Je hebt je werk niet af, omdat je deze les zoveel hebt zitten kletsen. Hoe kan ik je de volgende keer helpen?
A
Goede man ier
B
geen goede manier

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Jij vergeet ook altijd je gymkleding
A
goede manier
B
geen goede manier

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Jemig wat heb jij er een bende van gemaakt!
A
goede manier
B
geen goede manier

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Een 4 voor je toets!!! Je hebt zeker niet geleerd?
A
goede manier
B
geen goede manier

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Ik vind het vervelend dat ik steeds moet vragen of je je schoenen wil opruimen.
A
goede manier
B
geen goede manier

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Ik vind het niet oke dat je zo lullig doet tegen die jongen.
A
goede manier
B
geen goede manier

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Hoe komt het dat we kritiek vaak
niet leuk vinden?

Slide 25 - Mind map

This item has no instructions

Gevolgen als kritiek niet goed overkomt...
je voelt jezelf afgewezen of niet goed genoeg
je hebt nog wel zo goed je best gedaan
eigenwijs: Ik weet het zelf toch beter
Onzeker: wat is er mis met mij? 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Wanneer kan kritiek
juist positief zijn?

Slide 27 - Mind map

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Maakt het uit van wie je kritiek krijgt?
(noem voorbeelden)

Slide 29 - Mind map

This item has no instructions

Opbouwende kritiek
Als kritiek bedoeld is om je verder te helpen, dan noemen we het 'opbouwende kritiek'
Bijv. je sporttrainer die vertelt hoe je het beter kunt doen.
of je docent die je uitlegt waarom je die som steeds fout doet en hoe het beter kan.

Weten jullie nog meer voorbeelden?

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Geef een voorbeeld van opbouwende kritiek

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Pech, volgende keer beter
Ik schaam me en zegt niks meer
Ik word boos. Ik had nog zo mijn best gedaan
Ik was echt niet de enige hoor!
Sorry het zal niet meer gebeuren
Past bij mij
Past niet bij mij

Slide 32 - Drag question

This item has no instructions

Hoe ga jij om met kritiek?

Slide 33 - Open question

This item has no instructions


Slide 34 - Open question

This item has no instructions

Wat vind jij?
Welke uitspraak past bij jou?

A of B

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Uitdagingen
A
Geef mij maar een makkelijke opdracht
B
Ik doe alleen dingen waar ik goed in ben
C
Ik hou van lekkere moeilijke opdrachten
D
ik heb het lef om uitdagingen aan te gaan

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Fouten maken
A
Als je echt goed bent maak je geen fouten
B
Ik maak het liefst geen fouten
C
Fouten horen erbij als je leert
D
Door fouten te maken word je beter in iets

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Over doorzetten
A
Ik geef snel op als iets niet goed gaat
B
Ik vind dat ik iets in 1x moet kunnen
C
Ik zet door totdat het lukt
D
Ik voel me sterk als ik doorzet

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Over leren
A
Ik vind het fijn als iets gemakkelijk is
B
Als je echt slim bent gaat leren vanzelf
C
Ik weet dat leren stap voor stap gaat
D
Ik doe mijn best om nieuwe dingen te leren

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Als het me niet lukt
A
Dan kan ik het niet
B
Dan gaat het me ook nooit lukken
C
dan lukt het me NOG niet
D
Dan bedenk ik wat ik kan doen

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Over talent
A
Je hebt talent of je hebt het niet
B
Met genoeg talent lukt het vanzelf
C
Je best doen is belangrijker dan talent hebben
D
Ik kan mijn talent laten groeien

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Als anderen iets beter kunnen
A
Dan denk ik dat ik dat nooit zo goed zou kunnen
B
Dan ben ik er niet goed in en zij wel
C
Dan hebben zij er harder voor gewerkt
D
Dan kan ik iets van hen leren

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

Als ik kritiek krijg dan...
A
Kan ik er dus niks van
B
Wil ik het zo snel mogelijk vergeten
C
Kan ik hier iets van leren
D
Kan ik het de volgende keer beter doen

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

Over veranderen
A
Ik ben zoals ik ben, dat staat vast
B
Ik kan niet veel slimmer worden dan ik ben
C
Ik kan altijd beter in iets worden
D
Ik kan mezelf slimmer maken

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Als ik hard moet werken dan.....
A
Ben ik er blijkbaar slecht in
B
Voel ik me dom
C
Word ik er steeds beter in
D
Vind ik dat leuk

Slide 45 - Quiz

This item has no instructions

Ik voel me slim als...
A
Als iets lukt zonder moeite
B
Als ik goede cijfers haal
C
Als ik iets nieuws leer
D
Als ik beter in iets word

Slide 46 - Quiz

This item has no instructions

Kleine stapjes brengen je naar jouw doel

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Slide 48 - Slide

This item has no instructions