Algemene Economie H6 Markten

Hoofdstuk 6
Markten
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 6
Markten

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kunnen jullie uitleggen wat:
  • een abstracte en concrete markt is
  • de verschillende marktvormen zijn


Slide 2 - Slide

Concrete markt
Abstracte markt

Slide 3 - Slide

Vraag en aanbod
Vraag = totaal aan producten dat op een bepaalde markt op een bepaald moment of gedurende een bepaalde periode wordt gevraagd.
Aanbod = het totaal aan producten dat in een bepaald geografisch gebied op een bepaald moment of gedurende een bepaalde periode wordt aangeboden.

Slide 4 - Slide

Concrete markt
= plaats waar aanbieder en koper elkaar ontmoeten,
bijvoorbeeld: supermarkt, winkel, maar ook het internet

Slide 5 - Slide

Abstracte markt
= geheel van vraag en aanbod naar goederen of diensten.
Geen sprake van elkaar ontmoeten.
Een abstracte markt brengt het totaal van de vraag en aanbod in beeld, waar vervolgens een evenwichtsprijs uit voortvloeit. Voor deze prijs wordt het product aangeboden.


Slide 6 - Slide

De Markt
Totaal van vraag en aanbod is de markt, abstract of concreet.

Slide 7 - Slide

Soorten markt
  • inkoopmarkt
  • kopersmarkt
  • verkopersmarkt
  • consumentenmarkt
  • industriële of business-to-businessmarkt 

Slide 8 - Slide

Inkoopmarkt
Hier kopen organisaties grond- en hulpstoffen, materialen, onderdelen en/of diensten, die ze nodig hebben om producten te kunnen produceren

Slide 9 - Slide

Kopersmarkt
Ook wel buyers-markt genoemd.
Aanbod is groter dan de vraag (veel concurrenten).
Kan zowel abstract als concreet zijn.
Door internet kunnen kopers het aanbod goed vergelijken.
Kopers hebben de macht (bv beurs, veiling).

Slide 10 - Slide

Verkopersmarkt
Ook wel seller's market genoemd.
Aanbieders hebben sterkere positie dan kopers.
Vraag overtreft het aanbod.

Slide 11 - Slide

Consumentenmarkt
Handel tussen bedrijven en particulieren.
Kan abstract en concreet zijn.
Alle potentiële afnemers die producten kopen voor gebruik of verbruik ter bevrediging van de behoeften in de gezinshuishoudingen (privesfeer).

Slide 12 - Slide

Business-to-business
Handel van de ene organisatie met een andere organisatie

Slide 13 - Slide

Zelf oefenen
Maak nu de verwerkingsvragen 1 t/m 12 blz 123 
15 minuten, dan gaan we het bespreken

Slide 14 - Slide