3V_2_formuleren_grammatica woordsoorten

Grammatica H5
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Grammatica H5

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
- Kun je onderscheid maken tussen de lijdende en de bedrijvende vorm
- Kun je zinnen met de bedrijvende vorm herschrijven in de lijdende vorm en andersom 
- Kun je foutief gebruik van de lijdende vorm herkennen en verbeteren

Slide 2 - Slide

Planning deze les
Herhalen woordenschat H5
Herhalen theorie grammatica zinsdelen H5
Theorie formuleren H5
Theorie grammatica (woordsoorten) H5
Oefenen
Opdrachten maken - huiswerk

Slide 3 - Slide

Wat betekent: de kaas niet van het brood laten eten?

Slide 4 - Open question

Wat betekent: van een mug een olifant maken?

Slide 5 - Open question

Herhaling theorie grammatica H5
(zinsdelen)

Slide 6 - Slide

Wat is het verschil tussen een bedrijvende en lijdende zin?

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Zet om:
Veel mensen versturen tegenwoordig felicitaties via de website van Greetz.

Slide 14 - Open question

Zet om:
De gerechten zijn volgens een geheim recept bereid door een Franse sterrenkok.

Slide 15 - Open question

Ik kan de zinnen herschrijven (van bedrijvend-lijdend).
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Theorie Formuleren H5
bedrijvende/lijdende vorm

Slide 17 - Slide

Filmpje NN website

Slide 18 - Slide

Formuleren H5
  • Meestal de actieve vorm gebruiken (=bedrijvende zin)

  • Soms is de passieve vorm beter (=lijdende zin)
    - het is onbekend/onbelangrijk/overduidelijk wie iets doet
    - handeling centraal stellen ipv degene die iets doet
    -  om onduidelijkheid te vermijden wie iets doet

Slide 19 - Slide

Ik begrijp wanneer ik de lijdende vorm wel/niet moet gebruiken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Theorie grammatica H5
woordsoorten

Slide 21 - Slide

Wat is een voegwoord?

Slide 22 - Mind map

Lastige gevallen
dat, dus, of, toen, wanneer

Slide 23 - Slide

Lastige gevallen
  • dat, dus, of, toen, wanneer
  • voegwoord OF ander woordsoort
    - onderschikkend voegwoord
    - nevenschikkend voegwoord
    - aanwijzend voornaamwoord
    - betrekkelijk voornaamwoord
    - bijwoord

Slide 24 - Slide

Huiswerk voor volgende les
  • Formuleren H5: startopdr.  + opdr. 1, 2 en 3
  • Grammatica woordsoorten H5: opdr. 1, 2, 5 en 8
  • Woordenschat H5: opdr. 5, 6, 7 en 8

Slide 25 - Slide