6.1 De kerk valt uiteen deel 1

Ontdekkers en hervormers
6.1  De kerk valt uiteen

1 / 18
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Ontdekkers en hervormers
6.1  De kerk valt uiteen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen deze les?

Controle huiswerk (intro hfst. 6)

Uitleg par. 6.1 incl. filmpje

Uitleg opdracht

Evaluatie

Huiswerk maken




Slide 2 - Slide

Leerdoelen
In deze paragraaf leer je:
  • welke kritiek er was op de katholieke kerk
  • hoe machthebbers omgingen met deze kritiek
  • welke strijd ontstond tussen katholieken en protestanten
  • wat veranderde in de Europese cultuur

Slide 3 - Slide

Kenmerkende aspecten bij deze paragraaf:
  • de Reformatie en de splitsing van de christelijke kerk
  • het veranderende mens- en wereldbeeld van de  Renaissance

Slide 4 - Slide

Katholieke kerk (1)
  • Christelijke kerk

  • Staat onder leiding van de Paus in Rome (vandaar ook wel: Rooms-Katholieke Kerk)

  • Hiërarchisch: er is een duidelijke leider en indeling van macht

  • De mis (kerkdienst) en de Bijbel zijn in het Latijn

Slide 5 - Slide

Katholieke kerk (2)
  • Er staan beelden in de kerk

  • Deze beelden (van bijvoorbeeld heiligen) worden soms ook vereerd

  • Ook relieken (overblijfselen van heiligen) worden vereerd

  • Er zijn magische handelingen en rituelen, zoals: wijn/bloed en brood/lichaam

Slide 6 - Slide

Reformatie (1)
  • Betekent hervorming

  • In dit geval hervorming van de katholieke kerk

  • Begint aan het einde van de middeleeuwen, in de 15e eeuw

  • Protesteren tegen de macht en rijkdom (o.a. door aflaten) van de katholieke kerk

Slide 7 - Slide

Reformatie (2)
  • Belangrijkste hervormers: Maarten Luther en Johannes Calvijn

  • In 1517 komt Luther met 95 stellingen (vooral tegen aflaten)

  • Hij hoopt dat de Paus mee wil denken en de Kerk zal hervormen

  • Luther wordt echter door de Paus in de ban gedaan

Slide 8 - Slide

Protestantse kerk
  • Christelijke kerk

  • Er is geen duidelijke leider

  • De mis (kerkdienst) en de Bijbel zijn in de volkstaal

  • Geen beelden en/of verering van heiligen en relieken (is afleiding)

  • Sobere handelingen

Slide 9 - Slide

Waarom heeft Luther succes?
  • Door de uitvinding van de boekdrukkunst kunnen de teksten van Luther snel worden gekopieerd en verspreid.
  • Luther wordt gesteund én beschermd door machtige Duitse vorsten. Godsdienstvrijheid stonden ze niet toe.
  • De ideeën (van eenvoud en soberheid) spreken veel arme gelovigen aan.
  • Veel gelovigen zijn het niet eens met de aflaten: Luther durft er iets van te zeggen.

Slide 10 - Slide

Maarten Luther (1483-1546)
Duitse monnink die grote moeite had met de aflaten en levensstijl van de geestelijken. 
Veel aanhangers in Duitsland.
Johannes Calvijn (1509-1564)
Zwitserse hervormer die vond dat beelden niet in de Kerk thuishoorden. 
Veel aanhangers in Nederland (Calvinisme)

Slide 11 - Slide

Gevolgen van de reformatie
  • Splitsing in de christelijke kerk (1517): ontstaan van de protestantse kerken (ook wel: hervormde- of gereformeerde kerk) naast de katholieke Kerk

  • Protestantse kerk spreekt veel (arme) mensen in West-Europa aan.

  • Vervolging van protestanten (ketters)

Slide 12 - Slide

Hoewel er grote en kleine verschillen zijn...
...horen beide kerken bij de christelijke godsdienst

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

We lezen samen!
Kritiek op de kerk.
TB blz. 88
of online eerste theorieblokje.

Evt. nog starten met de eerste opdrachten van de paragraaf.

Slide 15 - Slide

Huiswerk voor de volgende les:
lz + m deel 1 par. 6.1
TB blz. 88 t/m 90 (godsdienstoorlogen)
online: opdracht 1 t/m 8 
De rest bespreken we de volgende les. 

  • Kijk ook naar de tip onder de vraag.
  • Verbeter de opdrachten als je bij controle ziet dat je antwoord niet goed is.
  • Maak evt. extra opdrachten die je krijgt om de stof beter te begrijpen.

Slide 16 - Slide

Schrijf iets op wat je nieuw in deze les hebt geleerd

Slide 17 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 18 - Open question