What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Modalverben K5 + Ontleden 1e en 4e naamval
SERVUS WIEN!
1 / 29
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
This lesson contains
29 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
SERVUS WIEN!
Slide 1 - Slide
Modalverben
Slide 2 - Slide
Modalverben
Er zijn 7 modalverben = modale werkwoorden
Wij focussen ons nu op:
müssen, wissen en wollen
müssen
= moeten (noodzaak)
wissen
= weten
wollen
= willen
Slide 3 - Slide
müssen (moeten, noodzaak)
ich: m
u
ss
kl
inkerverandering bij ev
du: m
u
ss
t
er/sie/es : m
u
ss
wir: müss
en (FE)
esttenten bij mv
ihr: müss
t
sie/Sie: müss
en
Slide 4 - Slide
wissen (weten)
ich: w
ei
ß
Klinkerverandering bij ev.!
du: w
ei
ß
t
let op ß
er/sie/es : w
ei
ß
wir: wiss
en (FE)
e
sttenten bij mv
ihr: wiss
t
sie/Sie: wiss
en
Slide 5 - Slide
wollen (willen)
ich: w
i
ll
K
linkerverandering bij ev
du: w
i
ll
st
er/sie/es : w
i
ll
wir: woll
en
(FE)
esttenten bij mv
ihr: woll
t
sie/Sie: woll
en
Slide 6 - Slide
1. _____ du, wie sein Chef heißt? (wissen)
Slide 7 - Open question
2. Ich ___ auch ein Praktikum machen. (wollen)
Slide 8 - Open question
3. ___ du Geld bezahlen? (müssen)
Slide 9 - Open question
4. Er ___ später in der Landwirtschaft arbeiten. (wollen)
Slide 10 - Open question
5. Wir ___ aus zwei Fächern wählen. (müssen)
Slide 11 - Open question
De eerste en vierde naamval.
- Je weet wat de
1e
en
4e
naamval zijn.
- Je kent de rijtjes van de/het/een, in het Duits, in de
1e
en
4e
naamval.
- Je kan zinnen ontleden.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Schema 1e naamval (boek blz. 76):
der/die/das/die = de/het
ein/eine/ein = een
keine = geen
Slide 14 - Slide
(De) ________ Vater (m) spielt Fußball.
A
Der
B
Die
C
Das
D
Ein
Slide 15 - Quiz
(Een) ________ Kind(o) schreit sehr laut.
A
Das
B
Ein
C
Eine
D
Keine
Slide 16 - Quiz
Hier sind (geen) ________ Haustiere (mv) erlaubt.
A
ein
B
eine
C
kein
D
keine
Slide 17 - Quiz
De eerste naamval is het ...
A
werkwoord
B
onderwerp
C
meewerkend voorwerp
D
lijdend voorwerp
Slide 18 - Quiz
De vierde naamval is het ...
A
werkwoord
B
onderwerp
C
meewerkend voorwerp
D
lijdend voorwerp
Slide 19 - Quiz
1e of 4e naamval?
Geef bij de volgende vragen aan of het
dikgedrukte
woord in de
1e
of
4e
naamval staat.
Slide 20 - Slide
Ich habe
eine Katze
.
A
1e (onderwerp)
B
4e (lijdend voorwerp)
Slide 21 - Quiz
Der Hund
schläft.
A
1e (onderwerp)
B
4e (lijdend voorwerp)
Slide 22 - Quiz
Die Schüler haben
keine Bücher
.
A
1e (onderwerp)
B
4e (lijdend voorwerp)
Slide 23 - Quiz
1e of 4e naamval?
Vul telkens de juiste vorm van het lidwoord in.
Let hierbij goed op of het om de 1e of 4e naamval gaat.
Tip: gebruik Grammatik E boek blz. 76
Slide 24 - Slide
Die Frau trinkt (een) ________ Kaffee(m).
Slide 25 - Open question
Das Kind trägt (geen) ________ Schuhe. (mv)
Slide 26 - Open question
(De) ________ Schwester (v) ist schon älter.
Slide 27 - Open question
(De) ________ Bruder (m) ist schon älter.
Slide 28 - Open question
Die Schüler haben (een) ________ Heft(o).
Slide 29 - Open question
More lessons like this
Kapitel 5 die Modalverben müssen, wissen und wollen
December 2023
- Lesson with
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
les 31-03-2022
March 2022
- Lesson with
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
week 12
March 2024
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 2
Kapitel 5 die Modalverben müssen, wissen und wollen
March 2024
- Lesson with
14 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Kapitel 5 die Modalverben müssen, wissen und wollen
April 2024
- Lesson with
14 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Kapitel 5 modale ww. müssen wissen en wollen
January 2023
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Kapitel 14 - Grammatik (müssen/wissen/wollen)
March 2022
- Lesson with
17 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2,3
Les 2 Kapitel 5 26-11-2024
1 day ago
- Lesson with
24 slides