This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
SO 1.1 t/m 1.3
Klas 2 HAVO/VWO
Reformatie en Opstand
14 vragen 23 punten te behalen
30 minuten
Succes
Slide 1 - Slide
Wat betekent het begrip:
'Calvinist'
Slide 2 - Open question
Wat betekent het begrip:
'Stadhouder (in de Spaanse tijd)'
Slide 3 - Open question
Geef aan of de zin juist of onjuist is. Leg je antwoord uit bij onjuist!! Géén uitleg = géén punten. Bij een juist antwoord hoef je dus géén uitleg te geven.
'De watergeuzen vielen de Spanjaarden aan vanuit het Oosten, ze kwamen via de Rijn'
Slide 4 - Open question
Geef aan of de zin juist of onjuist is. Leg je antwoord uit bij onjuist!! Géén uitleg = géén punten. Bij een juist antwoord hoef je dus géén uitleg te geven.
'Maarten Luther had als doel om een nieuwe kerk te stichten.'
Slide 5 - Open question
Sleep de kenmerken van de katholieken en protestanten naar het juiste vak.
Katholieken
Protestanten
De kerk ziet er eenvoudig uit.
Pracht en praal
Vereren van beelden.
Er is niet duidelijk één leider.
Bijbel lezen en bidden om in de hemel te komen.
De Bijbel in volkstaal.
Slide 6 - Drag question
Steeds hoort een woord uit het eerste rijtje bij een woord of zin uit het tweede rijtje.
Willem van Oranje
Calvijn
Alva
Karel V
Filips II
Luther
Vertaalt de Bijbel in het Duits.
Belangrijkste edelman van de Nederlanden.
Heeft een rijk waar de zon nooit onder gaat.
Moet de daders van de beeldenstorm straffen.
Volgt zijn vader op in 1555.
Populair in de Nederlanden.
Slide 7 - Drag question
Continuïteit (blijft hetzelfde)
Discontinuïteit (verandering)
Filips II, is net als zijn vader, erg steng voor protestanten.
De Nederlanden vallen in 1588 uiteen in een zuidelijke en noordelijk deel.
De paus is de baas van de Rooms-Katholieken.
Naast de Rooms-katholieke kerk ontstaat er een protestantse kerk.
Slide 8 - Drag question
Spanje voerde verschillende oorlogen op hetzelfde moment.
De gebeurtenis op bron 1 is daarvan een indirect gevolg. Leg dat uit!
Slide 9 - Open question
Lees de bron.
Waarom verkocht de paus aflaten volgens de bron?
Slide 10 - Open question
Welke twee andere punten van kritiek had Luther?
Hier hoef je de bron niet per se voor te gebruiken
Slide 11 - Open question
Zijn de 6 zinnen een oorzaak of een gevolg van de Hervorming?
Oorzaak
Gevolg
'De pastoors houden zich niet goed bezig met het zorgen voor de mensen'
'De Bijbel is te lezen in veel verschillende talen.'
'De Paus verkoopt aflaten.'
'Er zijn veel verschillende soorten christelijke kerken.'
'De protestantse kerk spreekt vooral arme mensen aan in West-Europa.'
'Er ontstaan twee kerken, de katholieke en de protestantse.'
Slide 12 - Drag question
Zet de 6 feiten in de juiste chronologische volgorde.
Begin bovenaan met wat er als eerste gebeurde. Dat zet je bovenaan.