Derving

Derving
H6 Derving
1 / 31
next
Slide 1: Slide
GoederenstroomMBOStudiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Derving
H6 Derving

Slide 1 - Slide

Programma & doel
Aan het einde van dit lesuur kun je 
  • het verschil tussen onbekende en bekende derving uitleggen.

  • de reden vertellen waarom we geen derving willen. 


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

criminele derving
  • Welke verschillen en overeenkomsten zijn er tussen een diefstal door een medewerker en een diefstal door een klant?
  • Hoe kan een winkelier diefstal voorkomen?

Slide 4 - Slide

Voorbeelden van derving (verlies van inkomsten) bij de kassa: 
Wisselfouten 
Omzetfouten 
Afrondingsfouten 
Administratieve fouten 
Vergissingen 
Vermissingen 
Diefstal of fraude door klanten, personeel of leveranciers (criminele derving) 

Slide 5 - Slide

Geregistreerde  & niet-geregistreerde derving 
criminele & niet criminele 

Slide 6 - Slide

Geregistreerd derving- Bekende derving
Derving waarvan de oorzaak bekend is.
Je weet hoe geld of producten zijn verdwenen. 

Slide 7 - Slide

Voorbeelden zijn: verkeerd ingekocht, foute kassa aanslagen, foute afrekening, niet opgemerkte diefstal ...
Niet geregistreerde derving- Onbekende derving 

Slide 8 - Slide

Waarom heeft deze afbeelding met derving te maken?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Criminele derving

diefstal
fraude
inbraak

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Niet-criminele derving

Administratieve fouten
Controlefouten
Onopzettelijke fouten

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Administratieve fouten

De verkeerde artikelcodes zijn ingevoerd

Het aantal geleverde of verkochte goederen is onjuist 

De retour gezonden goederen zijn niet geboekt

De retour ontvangen artikelen zijn niet in het magazijn opgeslagen.

Slide 15 - Slide

Controlefouten


De hoeveelheid goederen is niet goed vergeleken met het aantal 

De controle op de goederen die kunnen bederven is niet goed uitgevoerd.

Slide 16 - Slide

Onopzettelijke fouten


De goederen zijn beschadigd bij het in- en uitpakken.

Een klant die in de winkel een fles olie uit zijn handen laat vallen. 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

mogelijke gevolgen van derving 
Er ontstaan extra kosten, maar ook verlies aan omzet.

Slide 21 - Slide

 Diefstal voorkomen

Slide 22 - Slide

Op welk moment is er sprake van diefstal door een klant?
Kies het juiste antwoord.
A
Als de klant met een product langs de kassa is gegaan zonder te betalen.
B
Als de klant een product in zijn tas geeft gedaan en niet van plan lijkt deze te gaan betalen.
C
Als je klant zich verdacht gedraagt en jij sterke vermoedens hebt van de kwade intentie.

Slide 23 - Quiz

Kun je een winkeldiefstal voorkomen door te kijken?
A
ja
B
nee

Slide 24 - Quiz

Leg uit hoe je een winkeldiefstal kunt voorkomen door te groeten.

Slide 25 - Open question

Juist handelen bij diefstal
  • blijf kalm
  • schakel de hulp van een collega in
  • spreek de verdachte aan op een beleefde toon
  • houd de verdachte aan en zeg daarbij letterlijk: ‘Ik houd u aan op verdenking van diefstal.’
  • breng de verdachte naar een ruimte die geschikt is om met z’n drieën te wachten op de politie
  • blijf voortdurend bij de verdachte. Laat hem ook niet naar het toilet gaan.
  • neem geen producten in beslag en ga niet fouilleren
  • bel de politie
  • voorkom geweld. Moet je toch geweld toepassen om jezelf, collega’s of omstanders te beschermen, zorg dan dat dit in verhouding staat tot wat jou overkomt

Slide 26 - Slide

Diefstal door medewerkers

Heb je het idee dat jouw personeel steelt, dan kun je letten op de volgende signalen:

  1. medewerker gaat snel weg
  2. medewerker houdt zich niet aan de regels en procedures
  3. medewerker werkt vaak alleen
  4. verpakkingen zijn open
  5. goederen liggen verstopt

Slide 27 - Slide

Aan de slag
Maak blz 25 & 26

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide