week 2 mening geven en gustar

1 / 37
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • Repasar mening en voorkeur aangeven opinión, bijvoeglijke naamwoorden
  • Introducción y practicar "gustar"
semana 2

Slide 2 - Slide

Los deberes
Leren woordenlijst : 1.4, 1.6 en 1.7
Kijken: Filmpje gustar Módulo 2, blz 19
Lezen: Gustar Módulo 2, blz 20
Maken: LE: ej. 2.5, 2.6, 2.7

Slide 3 - Slide

Leerdoelen

Slide 4 - Slide

Vamos a hablar 
Da tu opinión:

Matemáticas
La navidad
Música clásica
Creo que  (lidwoord + zelfstandignaamwoord) es/son (bijvoeglijk naamwoord)

Slide 5 - Slide

Módulo 1.7       Kunnen reageren op een mening. 

Slide 6 - Slide

Tarea 1.6 + 1.7 expresar opinión
  • We vullen samen de woordenlijst in.
Ga nu naar je libro de alumno: 

  • página 33, ej. 3

  • Página 33, ej. 4

Slide 7 - Slide

Repaso
Vamos a repasar

Slide 8 - Slide

?Cuál es tu comida favorita?
?Cuál es tu pais favorito?
?Cuál es tu número favorito?
?Cuál es tu deporte favorito?
?Cuál es tu música favorita?
?Cuál es tu asignatura favorita?
Lil Kleine
quince
geografía
el baloncesto
Alemania
espaguetis

Slide 9 - Drag question

Bijvoeglijke naamwoorden staan in het Spaans
A
voor het zelfstandig naamwoord
B
achter het zelfstandig naamwoord

Slide 10 - Quiz

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -o veranderen in een -a als ze bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staan.
A
B
no

Slide 11 - Quiz

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker veranderen bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord.
A
B
no

Slide 12 - Quiz

1. La casa ............................
2. Los estudiantes................
3. La mochila.....................
4. Las profesoras...................
5. El estuche................................
6. Los libros ....................
bonitos
bonita
negra
azul
inteligentes
simpáticas

Slide 13 - Drag question

zet in het meervoud:
la casa grande

Slide 14 - Open question

zet in het meervoud:
el exámen difícil

Slide 15 - Open question

la chica inteligente

Slide 16 - Open question

zet in het meervoud:
el profesor simpático

Slide 17 - Open question

zet in het meervoud:
la chica genial

Slide 18 - Open question

zet in het meervoud
la ciudad grande

Slide 19 - Open question

Leerdoelen

Slide 20 - Slide

GUSTAR

Slide 21 - Slide

Gustar = houden van/leuk vinden
Me gusta la música rock. (Ik hou van rockmuziek)
Me gusta bailar. (Ik hou van dansen.)
Me gustan los gatos. (Ik hou van katten.)

Wanneer gebruik je gusta? En wanneer gustan?

Leerdoel: gustar

Slide 22 - Slide

Gustar = houden van/leuk vinden
Me gusta + een zelfstandig naamwoord enkelvoud.
vb: Me gusta la música rock. (Ik hou van rockmuziek)
Me gusta + een werkwoord
vb: Me gusta bailar. (Ik hou van dansen.)
Me gustan + een zelfstandig naamwoord meervoud.
vb: Me gustan los gatos. (Ik hou van katten.)
No me gusta/n.... = ik hou niet van....
LET OP! je gebruikt een bepaald lidwoord
Leerdoel: gustar

Slide 23 - Slide

Gustar
Om te vragen:
¿Te gusta......? Hou jij van....?
vb: ¿Te gusta el fútbol? (Hou je van voetbal?)
¿Te gustan....? Hou jij van....?
vb: ¿Te gustan los perros? (Hou je van honden?)
Leerdoel: gustar

Slide 24 - Slide





¿Te gusta jugar al fútbol?

Slide 25 - Slide





                  ¿Te gustan los animales domésticos?

Slide 26 - Slide


¿Te gustan las canciones españolas?

Slide 27 - Slide

                          ¿Te gusta bailar?

Slide 28 - Slide

¿Te gusta la comida italiana?

Slide 29 - Slide

¿Te gusta el queso francés?

Slide 30 - Slide

¿Te gusta la Nochevieja?

Slide 31 - Slide

¿Te gustan las uvas rojas?

Slide 32 - Slide

¿Te gustan los coches rápidos?

Slide 33 - Slide

¿Te gustan los países 
hispanohablantes?

Slide 34 - Slide

A practicar
Maak uit je module van tarea 1.9
opdracht A en B
Módulo pág. 23
timer
10:00

Slide 35 - Slide

Test de personalidad
¿Qué animal ?

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Link