This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Vandaag even wat anders tijdens de KWT
Het is bijna Carnaval, helaas even anders dit jaar, maar met deze quiz willen we jullie toch een beetje motivatie geven voor de laatste week voor de vakantie!
Spelregels: heel weinig!
Let's go!
Slide 2 - Slide
Wat betekend het woord "carnaval"
A
Apenzuiplap
B
Festivalkleed
C
Vaarwel het vlees
D
Iedereen is er bij
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Video
Wanneer werd carnaval voor het eerst gevierd?
A
Gouden eeuw
B
Middeleeuwen
C
prehistorie
D
1950
Slide 5 - Quiz
Wie is de baas tijdens carnaval?
A
Mevrouw vd Poel
B
alle kinderen
C
Prins Carnaval
D
Mevrouw Roelofsen
Slide 6 - Quiz
Hoe heet Den Bosch in de carnavalsperiode?
A
Oeteldonk
B
Watergat
C
Waaienburg
D
Lampengat
Slide 7 - Quiz
Hoe lang duurt de vastentijd?
A
10 dagen
B
30 dagen
C
4 dag
D
40 dagen
Slide 8 - Quiz
Hoe groet je iemand tijdens carnaval?
A
Hello, hello
B
Goedendag
C
Alaaf!
D
hihahahi
Slide 9 - Quiz
Wat deed men aan het eind van de winter?
A
heel veel eten
B
lang uitslapen
C
naar het strand gaan
D
boze geesten verjagen
Slide 10 - Quiz
Op welke dag is Carnaval officieel afgelopen?
A
zondag
B
dinsdag
C
maandag
D
woensdag
Slide 11 - Quiz
Hoe heet de voorjaarsvakantie met een andere naam?
A
Carnavalsvakantie
B
Krokusvakantie
C
Paasvakantie
D
Lentevakantie
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Video
Hoeveel inwoners heeft Brazilië?
A
minder dan 200 miljoen
B
200 miljoen
C
100 miljoen
D
meer dan 200 miljoen
Slide 14 - Quiz
Hoe lang vieren ze carnaval in Brazilië?
A
6 dagen
B
2 weken
C
1 week
D
meer dan 1 week
Slide 15 - Quiz
In welk werelddeel ligt Brazilië?
A
Zuid-Amerika
B
Noord-Amerika
C
Afrika
D
Europa
Slide 16 - Quiz
Waar wordt carnaval in Nederland het meest gevierd?
A
Overal in Nederland.
B
In Eindhoven
C
In het zuiden van Nederland.
D
In Den Bosch
Slide 17 - Quiz
Hoe noemen ze carnaval in Limburg?
A
Carnaval
B
Kernevel
C
Vastelaovend
D
Vastenavond
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Video
Hoe noem je de woensdag na carnaval
A
Kruisjeswoensdag
B
Haringhapwoensdag
C
Aswoensdag
Slide 20 - Quiz
Wat doe je na carnaval?
A
Uitkateren
B
Bidden
C
Vasten
D
Naar de kerk gaan
Slide 21 - Quiz
Met welk feest wordt de vastenperiode afgesloten?
A
Pasen
B
Hemelvaart
C
Pinksteren
D
Kerst
Slide 22 - Quiz
Welke stad heet Kruikenstad?
A
Tilburg
B
Oosterhout
C
Etten Leur
D
Den Bosch
Slide 23 - Quiz
Hoe heet deze band?
A
leeggeblazen
B
opgeblazen
C
afgeblazen
D
uitgeblazen
Slide 24 - Quiz
Uit welke stad komt deze zanger?
A
Roosendaal
B
Breda
C
Etten Leur
D
Eindhoven
Slide 25 - Quiz
Uit welke stad komt dit nummer?
A
Breda
B
Oosterhout
C
Roosendaal
D
Tilburg
Slide 26 - Quiz
Welke stad heet Lampegat?
A
Klundert
B
Best
C
Oudenbosch
D
Eindhoven
Slide 27 - Quiz
Vanavond ga ik scoren, het beest in mij gaat...
A
Los
B
Hard
C
Vast
D
Goed
Slide 28 - Quiz
Kraantje pappie heeft een liedje. Dit liedje heet welkom in de ....
A
Kroeg
B
Feesttent
C
Stad
D
Carnavalstent
Slide 29 - Quiz
Ik zie ze links, ik zie ze rechts. Ik krijg er geen genoeg van ik ben knotsknettergek. Wat ziet snollebollekes in dit nummer?