This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
GELUKKIG NIEUWJAAR!
Slide 1 - Slide
Wat zie je?
Slide 2 - Open question
Klassengesprek
- Hoe ‘vanzelfsprekend’ is wat je zegt en hoort?
- Hoe ‘vanzelfsprekend’ is wat je bedoelt?
- Hoe goed begrijp je wat je hoort, ziet of leest?
- Hoe duidelijk zeg je wat je bedoelt?
Slide 3 - Slide
https:
Slide 4 - Link
Beantwoord onderstaande vragen. a. Wat is nou echt? Wat je ‘weet’ of wat je ‘ziet’? b. Hoe kan dat? c. Bestaat er ook zoiets bij taal? (Betekenis - Gevoel)
Slide 5 - Open question
Maak opdracht 3 en 4 van Poëzie les 1 van Plot 26
Klaar: Zoek minstens één voorbeeld van iets dat niet klopt.
Denk aan: filmpjes, plaatjes, teksten, reclames, spreekwoorden, enzovoort.
Lever deze in de Classroom (huiswerk 6/8 januari)
Slide 6 - Slide
Op het oog hetzelfde woord, maar een wereld van verschil ...
Slide 7 - Slide
Wat betekenen de woorden weerman, weerwolf en weerzin?
Slide 8 - Open question
Slide 9 - Slide
synoniemen
Slide 10 - Slide
synoniemen
Met be- ervoor zijn het hele andere woorden
Slide 11 - Slide
Bedenk minimaal vijf combinaties van woorden – vooral binnen school – die ook raar of grappig aanvoelen. Bijvoorbeeld: proeven + werken > proefwerk
Slide 12 - Open question
Huiswerk:
Maak een collage met teksten en beelden met behulp van de woorden die door je klasgenoten
genoemd zijn. Je mag zelf weten welke woorden je gebruikt.
Zie de opdracht in de classroom (huiswerk 6/8 januari).