21 herhaling lidwoord en congruentie

• Grieks
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Argo les 21

herhaling lidwoord

oefenen met congruentie znw- bnw

lidwoord

Zet de vormen van het lidwoord op de juiste plaats.

nom mnl ev

gen mnl ev

dat mnl ev

acc mnl ev

nom mnl mv

gen mnl mv

dat mnl mv

acc mnl mv

ὁ

τοῦ

τῷ

τόν

οἱ

τῶν

τοῖς

τούς

nom vrl ev

gen vrl ev

dat vrl ev

acc vrl ev

nom vrl mv

gen vrl mv

dat vrl mv

acc vrl mv

ἡ

τῆς

τῇ

τήν

αἱ

τῶν

ταῖς

τάς

nom onz ev

gen onz ev

dat onz ev

acc onz ev

nom onz mv

gen onz mv

dat onz mv

acc onz mv

τό

τοῦ

τῷ

τό

τά

τῶν

τοῖς

τά

Juist of onjuist?
Als een bnw met een znw congrueert, hebben ze altijd dezelfde uitgang

1. Juist
2. Onjuist

Als een bnw en een znw congrueren, komen ze overeen in...

1. Naamval en geslacht
2. Getal en geslacht
3. Naamval en getal
4. Naamval, getal en geslacht

Neem HB blz. 99-100 door

het gaat om de grammatica-stukken (dus met de oranje-bruine strepen in de kantlijn ervoor!)

Vul in op je GO (blz. 8, de eerste keer APOLLO)

congruentie

Zet ieder bijvoeglijk naamwoord achter het zelfstandig naamwoord, waarmee het congrueert.

Kies de juiste vorm:
τῆς ... νυκτός

1. μακρά
2. μακρᾶς
3. μακρᾷ
4. μακράν

Kies de juiste vorm:
... τύχη

1. ἀγαθή
2. ἀγαθῇ
3. ἀγαθά
4. ἀγαθῆς

Kies de juiste vorm:
παιδες ...

1. ἀνδρεῖοι
2. ἀνδρεῖαι
3. ἀνδρεῖα
4. ἀνδρείους

ἡγέμων

ἀσπίδι

πόδες

δόρυ

γυναίξιν

ἥρωας

ἐσθῆτος

σώματα

λιμένι

ἀγαθός

καλῇ

καλοί

μακρόν

καλαῖς

ἀνδρείους

μακρᾶς

καλά

ἀγαθῷ

Maak ergon 7 HB 99

Als je GEEN 8 of hoger heb, maak je ook ergon 9 HB 100 (anders is het facultatief)

Hoe goed ken je de uitgangen van de znw en bnw inmiddels?

1. Helemaal
2. Grotendeels
3. Een beetje
4. Totaal niet

Hoe goed snap je het congrueren van bnw en znw?

1. Helemaal
2. Grotendeels
3. Een beetje
4. Totaal niet

Welke vra(a)g(en) heb je nog aan je medewerker over dit onderwerp?

EINDE