Geld, Geld, Geld!

Geld, Geld, Geld!
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Geld, Geld, Geld!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kunnen jullie het verschil uitleggen tussen chartaal en giraal geld en weten jullie hoe elektronisch betalen werkt en hoe je een nieuw saldo berekent.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over chartaal en giraal geld?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat is chartaal geld?
Chartaal geld is het tastbare geld dat we in onze portemonnee hebben, zoals munten en bankbiljetten.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat is giraal geld?
Giraal geld is het geld dat we op onze bankrekening hebben staan en dat we elektronisch kunnen gebruiken om te betalen.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Elektronisch betalen
Elektronisch betalen betekent betalen met je pinpas, creditcard of via online betaaldiensten zoals iDEAL.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Hoe bereken je een nieuw saldo?
Om een nieuw saldo te berekenen, tel je bij het oude saldo het bedrag op dat je ontvangt en trek je het bedrag af dat je uitgeeft.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeldberekening
Oud saldo: €50, ontvangen: €20, uitgegeven: €15. Nieuw saldo = €50 + €20 - €15 = €55.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Opdracht: Bereken je eigen saldo
Bedenk een situatie waarin je geld ontvangt en uitgeeft. Bereken je saldo aan het einde van de dag.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting
Vandaag hebben we geleerd over chartaal en giraal geld, elektronisch betalen en het berekenen van een nieuw saldo.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.