Woensdag 12 maart les 1

• Nederlands
• ISK
• ISK

Pak je leesboek

• We beginnen met 15 minuten stillezen.
• Boek uit? Ruilen in het 3e lesuur. 

Wat gaan we deze les doen?

• Herhalen vraagwoorden
• Nieuwsbegrip over Robothond Spot

      - Film kijken

      - Vragen beantwoorden/maken

• Woordenschatoefening...

     

Wat leer je deze les?

Groep A en B

1. Ik kan steeds beter vragen beantwoorden bij een tekst. 

2. Ik leer nieuwe woorden. 

Groep B

2. Ik kan vragen maken bij een tekst. 

Vraagwoorden

Hoeveel vraagwoorden kun je in een minuut noemen?

wordwall.net

Telefoon, stofzuiger, waterkoker, laptop
zijn allemaal voorbeelden van....

1. robots
2. keukens
3. apparaten
4. werkers

Aan welke woorden denk je als je het woord robot hoort?

robot

Wil jij een robot in huis hebben?

Handig toch zo'n robot in huis!
Wie wil nu wel een robot in huis hebben?

Kijkvragen

• Waar 'werken' de robots? 
• Waarom is Spot een bijzondere robot? 

Robothond is bewaker van oude stad Pompeï

school.nieuwsbegrip.nl

Groep A:

Mali

Yasemin

Nour

Abdulbaset

Amir

Karina

Aniso

Tanja

Ibrahim

Yowhana

Faiza

Groep B:

Abdi

Ali

Kisanet

Vlad

Serhii

Rodas

Groep A: In tweetallen

1. Lees eerst de tekst. Dit doe je voor jezelf. Onderstreep de woorden die je niet kent.
2. Bespreek daarna met je buur de tekst. Zoek samen de woorden op die jullie nog niet kennen. 
3. Daarna maken jullie samen de opdrachten.
4. Schrijf minimaal drie nieuwe woorden op die je geleerd hebt. 

Groep B: Zelf vragen maken

Hoi, ik ben Sam. Ik ben 17 jaar. Ik woon in Nijmegen met mijn ouders en mijn zus. Ik doe de bakkersopleiding aan het mbo. In het weekend werk ik al bij een bakkerij. Dat is mijn bijbaantje. Later wil ik graag mijn eigen winkel openen. Ik heb een vriendin. Zij heet Marloes. Ik ken haar van het volleyballen. 

Vraag: Welke vragen kun je bij de tekst maken?

Denk aan de vraagwoorden.

Groep B: In tweetallen

1. Lees eerst de tekst. Dit doe je voor jezelf. Onderstreep de woorden die je niet kent.
2. Bespreek daarna samen de tekst en zoek de woorden op die jullie niet kennen.   
3. Bedenk ten slotte samen 7 vragen bij de tekst. 

Groep A

Lees eerst de tekst. Dit doe je voor jezelf. Onderstreep de woorden die je niet kent.

Bespreek daarna met je buur de tekst. Zoek de woorden op die jullie nog niet kennen.

Maak samen de opdrachten. 

Schrijf minimaal drie nieuwe woorden op die je geleerd hebt. 

Groep B: In tweetallen

Lees eerst de tekst. Dit doe je voor jezelf. Onderstreep de woorden die je niet kent.

  

Bespreek daarna met je buur de tekst en zoek de woorden op die jullie niet kennen.

Bedenk ten slotte samen 7 vragen bij de tekst. 

Stel een vraag aan de rest van de klas.

Groep A

Begreep je de tekst goed?

Lukte het om samen de opdrachten te maken?

Welke nieuwe woorden heb je geleerd?

Groep B

Begreep je de tekst goed?

Hoe ging het met het maken van de vragen?

Stel nu een vraag aan de rest van de klas.

Einde les

• Ik kan steeds beter vragen beantwoorden bij een tekst.
  
• Ik weet wat de meeste vraagwoorden betekenen. 
• Ik kan vragen maken bij een tekst.

Wat lukte goed?

Wat vind je nog moeilijk?
 

Ontwerp jouw eigen robothond

• Schets jouw robothond 
• Geef jouw robothond mooie kleuren
• Schrijf of vertel erbij wat jou robotrond allemaal kan.