8.3

1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Een plant moet eiwitten maken om nieuwe cellen te maken. Welk element haalt de plant daarvoor uit de mineralen in de grond?
A
N
B
C
C
H
D
O

Slide 3 - Quiz

Voor glucose heeft een plant alleen CO2 en H2O nodig (fotosynthese). Moet de plant nog een extra element opnemen om vetten te maken?
A
Ja, N
B
Ja, P
C
Ja, O2
D
Nee

Slide 4 - Quiz

Koolhydraten
A
Organisch
B
Anorganisch

Slide 5 - Quiz

Enzymen
A
Organisch
B
Anorganisch

Slide 6 - Quiz

Metaal
A
Organisch
B
Anorganisch

Slide 7 - Quiz

Zuurstof
A
Organisch
B
Anorganisch

Slide 8 - Quiz

Glucose
A
Organisch
B
Anorganisch

Slide 9 - Quiz

Water
A
Organisch
B
Anorganisch

Slide 10 - Quiz

Plastic
A
Organisch
B
Anorganisch

Slide 11 - Quiz

Plastic
... wordt gemaakt van aardolie. 
...wat afkomstig is van dode dieren en planten die samengedrukt zijn in de grond

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Stikstof (N) zit overal in. Maar in welke vorm zit de stikstof in organismen, de grond of de lucht?
Organismen
Grond
Lucht
NO3-
N2
NH3
NH4+
Aminozuren/eiwitten
DNA
Chlorofyl

Slide 14 - Drag question

Wat was chlorofyl ook alweer?
A
Een stof die chloor bevat
B
Bladgroen
C
Chloroplast
D
Nucleotide

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Reducenten doen uiteindelijk altijd dit:
ze zetten …. om in ….
A
organische stoffen om in andere organische stoffen
B
organische stoffen om in anorganische stoffen
C
anorganische stoffen om in andere anorganische stoffen
D
anorganische stoffen om in organische stoffen

Slide 20 - Quiz

Het volgende filmpje...
leg in duidelijke taal uit wat er gebeurt met de stikstof in de verschillende vormen.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Slide

Stikstof (N2) Is een stof die niet reageert met andere stoffen. Een plant of dier heeft er dan ook niets aan. N2 blijft N2.
Alleen met geweld (bliksem, hitte in een motor) bindt N2 aan zuurstof. 
Of door sommige bacteriën bindt N2 aan waterstof. 
Ammoniak (NH3) en ammonium (NH4+) zijn eigenlijk twee toestanden van dezelfde stof. 
Als ammoniak oplost, pikt het een H+ van water zodat NH4+ ontstaat. Als ammonium de lucht in gaat, wordt het weer NH3. 
Nitriet bestaat maar heel kort in de natuur, omdat de reactie tot nitraat heel snel gaat. Dat is goed, want nitriet is giftig.
Deze NH3 zit binnenin een plant. Het wordt meteen gebruikt door de plant om er N-bevattende organische stoffen van te maken. Deze NH3 komt dus niet in de grond terecht. De andere NH3 wel.
Stikstofassimilatie is gewoon assmilatie met stikstof. Assimilatie = opbouw van grotere moleculen uit kleinere moleculen. Dus bv. opbouw van aminozuren uit nitraat (en glucose)
Besteed even een paar minuutjes aan het doornemen van de stikstofkringloop in je eigen BINAS. 
De meeste onduidelijkheden vind je hiernaast toegelicht.
anaeroob proces, verloopt allean als er geen zuurstof is
anaeroob proces, verloopt allean als er geen zuurstof is
aeroob proces, verloopt allean als er wel zuurstof is
aeroob proces, verloopt allean als er wel zuurstof is

Slide 24 - Slide

Nitrificatie en denitrificatie zijn elkaars tegenovergestelde.
Wat betekent nitrificatie?
A
Vorming van nitraat (NO3-)
B
Vorming van ammoniak (NH3)
C
Vorming van stikstof (N2)
D
Vorming van denitrificerende bacteriën

Slide 25 - Quiz

Wanneer een boer meer NO3 in zijn grond wil krijgen, moet hij deze dan zuurstofrijk of zuurstofarm maken?
A
Zuurstofrijk, want dan verloopt de nitrificatie beter
B
Zuurstofrijk, want dan verloopt de denitrificatie beter
C
Zuurstofarm, want dan verloopt de nitrificatie beter
D
Zuurstofarm, want dan verloopt de denitrificatie beter

Slide 26 - Quiz

Helaas komt het land van de boer onder water te staan, waardoor de hoeveelheid O2 in de bodem afneemt.
A
Hierdoor ontstaat meer NO3-
B
Hierdoor vindt meer rotting plaats (door bacteriën)
C
Hierdoor ontstaat meer N2
D
Hierdoor ontstaat meer NH4+

Slide 27 - Quiz

(NH3)

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Knolletjesbacteriën kunnen N2 uit de lucht omzetten in NH3. Dit kost energie, en het proces verloopt anaeroob. Waardoor doen deze bacteriën dit alleen in symbiose een plant?
A
Omdat buiten de plant vaak zuurstof aanwezig is
B
Omdat de plant de benodigde glucose levert
C
Omdat de bacterie niets heeft aan NH3
D
Alledrie

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Slide

Voor als je nu denkt: Huh?
Kijk dan deze laatste video. Die legt heel saai maar wel heel duidelijk alles nog een keer uit.

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video