Ordening planten-oefenen-3BB

VMBO Ordenen
 B4: Planten
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 
1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1,3

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

VMBO Ordenen
 B4: Planten
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 

Slide 1 - Slide

Leerdoel
1.  Je leert dat je het plantenrijk kunt indelen in 3 afdelingen

2. Je leert welk kenmerk men daarvoor heeft gebruikt

3. Je leert de namen van de afdelingen

4. Je leert welke kenmerken bij de afdelingen horen

5  Je leert welke planten behoren tot de afdelingen.



Slide 2 - Slide

Welke kenmerken heeft een plantencel?

Slide 3 - Slide

Organen van een plant
Een plant heeft organen:

- wortels
- stengels
- bladeren
- (niet altijd) bloemen 

Planten behoren tot het 
"Rijk van de planten".
Bloemen?
Niet elke plant heeft bloemen

Slide 4 - Slide

Het rijk van de planten kun je indelen in 2 stammen.
Hierbij let je op de manier van voortplanten.

De manier van voortplanten is een kenmerk.

Slide 5 - Slide

Neem dit schema over in je schrift, maak grote vakken
Vul in wat je nu weet, later ga je weer meer invullen

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Stam: Sporenplanten

Mossen:

Mossen zijn kleine plantjes, ze groeien in groepen bij elkaar.

Varens:

Varens herken je aan hun grote bladeren. 
De bladrand is vaak ingesneden. Zo lijkt één blad uit allemaal kleine blaadjes te bestaan.

Slide 8 - Slide

Mossen

Voortplanting:


Mosplantjes vormen sporendoosjes die (ver) boven het plantje zelf uitsteken.

In de sporendoosjes komen sporen, dat zijn de voortplantingscellen van de sporenplant.
haarmos

Slide 9 - Slide

Varens
Voortplanting:

Varens vormen sporenhoopjes aan de onderzijde van de bladeren.

Een sporenhoopje is een verzameling sporendoosjes bij elkaar.
De sporen zijn de voortplantingscellen van de sporenplant.
Mannetjesvaren

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Stam: Zaadplanten
Zaadplanten planten zich voort door zaden. Uit een zaad kan een nieuw plantje groeien.
Zaadplanten hebben bloemen, in de bloem kan een zaad ontstaan.

Voorbeelden van zaadplanten zijn bijvoorbeeld gras, struiken, bomen en planten zoals in de afbeelding.

Slide 12 - Slide

in het klokhuis
In de bloem ontstaat het zaad.
Als je een appel eet, vind je het zaad in het klokhuis.

Slide 13 - Slide


Bij welke planten zie je deze cellen?
A
zaadplanten
B
sporenplanten
C
wieren
D
A, B en C

Slide 14 - Quiz

Wieren planten
zich voort door...
A
deling of zaden
B
sporen of zaden
C
deling of sporen of zaden
D
deling of sporen

Slide 15 - Quiz

Wieren noemen
we ook wel...
A
Sporen
B
Algen
C
Zaden
D
Zeeplanten

Slide 16 - Quiz

1, 2 en 3
zijn de organen van een plant
1
2
3
A
ja, maar sommige planten hebben ook een bloem als orgaan
B
nee
C
ja, maar elke plant heeft ook altijd een bloem als orgaan
D
ja, maar elke plant heeft ook altijd zaden als orgaan

Slide 17 - Quiz


Behoort tot de
groep van de
A
zaadplanten
B
sporenplanten
C
wieren
D
mossen

Slide 18 - Quiz


Je ziet hier
A
een varen
B
sporendoosjes
C
sporenhoopjes
D
een zaadplant

Slide 19 - Quiz


Behoren tot de ......
A
zaadplanten
B
sporenplanten
C
bomen en struiken
D
planten

Slide 20 - Quiz

1, 2 en 3 zijn de enige organen van deze plant. Dit is een ......
1
2
3
A
zaadplant
B
loofboom
C
Groene plant
D
sporenplant

Slide 21 - Quiz


Gerst is een
A
zaadplant
B
naaldboom
C
Alg
D
sporenplant

Slide 22 - Quiz

Hier zie je voorbeelden van
A
planten met sporendoosjes
B
planten met sporenhoopjes
C
planten met zaden
D
varens

Slide 23 - Quiz


In de afbeelding
zie je
A
sporendoosjes
B
sporenhoopjes
C
voortplantingscellen van een mos
D
zaden van een zaadplant

Slide 24 - Quiz


Kenmerken van sporenplanten

A
wel of geen bloemen
B
wortels stengels bladeren
C
voortplanting door sporen of zaden
D
A, B en C allemaal goed

Slide 25 - Quiz


Deze plant behoort tot het rijk van de...(1)
en de groep...(2)
A
1: Sporen 2: mossen
B
1: Planten 2: mossen
C
1: Planten 2: sporenplanten
D
1: sporenplanten 2: varens

Slide 26 - Quiz


A
sporenplanten wel zaadplanten niet
B
sporenplanten niet zaadplanten niet
C
sporenplanten niet zaadplanten wel
D
sporenplanten wel zaadplanten wel

Slide 27 - Quiz

zaadplanten kun je
opdelen in....
A
Bedektzadigen en onbedektzadigen
B
Kegels en bloemen
C
Bedektzadigen en naaktzadigen
D
naaldbomen en loofbomen

Slide 28 - Quiz

Sporenplanten
Kenmerken noemen

Slide 29 - Open question

Zaadplanten
Kenmerken noemen

Slide 30 - Open question

Wieren
Groep en kenmerken noemen

Slide 31 - Open question

Leerdoel

1.  Je weet en kunt uitleggen hoe je het plantenrijk kunt indelen in 2 stammen

2. Je weet en kunt uitleggen welk kenmerk men daarvoor heeft gebruikt

3. Je weet en kunt uitleggen wat de namen van de stammen zijn

4. Je weet en kunt uitleggen welke kenmerken bij de stammen horen

5  Je weet en kunt voorbeelden geven van planten die tot de stammen behoren 



Slide 32 - Slide

Noteer de titel: Voortplanting van mossen. 
Neem de tekening over en schrijf erbij wat hier gebeurt.

Slide 33 - Slide