EHBsO LES 1 Benaderen van een slachtoffer

EHBO Les 1
1 / 51
next
Slide 1: Slide
EHBsOMBOStudiejaar 1

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

EHBO Les 1

Slide 1 - Slide

Start-up EHBsO
Aan het einde van de les:
  • heb je de goede informatie om je voor te bereiden op het examen EHBsO 
  • heb je wat geleerd over les 1: benaderen slachtoffer
  • weet je wanneer je je EHBsO doos moet op halen

Slide 2 - Slide

EHBsO informatie:
  • Je leert volgens de eindtermen van het Nederlandse Oranje Kruis (NOK) te handelen in diverse eerste hulp situaties.
  • Bij voldoende bewezen vaardigheden en kennis mag je deelnemen aan het EHBO examen.

Slide 3 - Slide

Werkwijze EHBsO lessen
  • Praktijk op school.  Alle vaardigheden worden aangeleerd. Je werkt meestal in tweetallen.
  • Theorie op school.  Tijdens de les enkele kennisvragen oefenen. Na afloop van iedere les een test waarbij het percentage wordt bijgehouden.
  • Thuis: Lezen/bestuderen Oranje Kruis boekje. Zelfstandig oefenen handelingen

Slide 4 - Slide

Les 1: benaderen van een slachtoffer.
  • Waar let je op als je een slachtoffer benadert?
  • Hoe controleer je vitale functies?
  • Flauwte, verslikking.
  • Snelle kantelmethode, mogelijk wervelletsel.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Stap 1:
Is het veilig voor mezelf, omstanders en het slachtoffer? 

Slide 7 - Slide

Het is NIET VEILIG voor jezelf:
Wat doe je?

Slide 8 - Open question

Het is VEILIG voor mezelf.
Het is ONVEILIG voor het slachtoffer.
Wat doe je?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Video

Stap 2:
Ga na wat er is gebeurd en daarna wat het slachtoffer mankeert.
(bij ernstige bloeding deze NU als eerste stelpen!)

"Hallo, gaat het?"
+ eventueel zachtjes schudden aan de schouders

Slide 11 - Slide

Welke reactie(s) zou je kunnen
krijgen op jouw vraag?

Slide 12 - Open question

Stap 3:
Slachtoffer reageert niet op aanspreken en schudden:

1. Bel jij 112 en leg de telefoon op handsfree naast het oor van het slachtoffer!
2. Jij haalt de AED!

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Stap 4:
Controleer: 
ademhaling --> bij volwassene in 10 sec 2-3 ademhalingen, bij kinderen meer.
Bij bewusteloos slachtoffer op de rug:
gebruik kinlift 

Slide 15 - Slide

Stap 5
  • ademhaling aanwezig --> beslis of stabiele zijligging mogelijk is
  • geen effectieve ademhaling --> start reanimatie

Slide 16 - Slide

Vrijdag 21-11-24 Schaatsen in Nijmegen

             
Handschoenen meenemen

Slide 17 - Slide

Benaderen van een slachtoffer:
1. Is het veilig?
2. Wat is er gebeurd/wat mankeert het slachtoffer (bloeding)?
3. Bel 112  en haal een  AED
4. Controleer ademhaling (kinlift --> oor-oog-wang) 
5. handelen naar letsel (bv stabiele zijligging)
Controleer elke minuut de vitale functies

Slide 18 - Slide

Waar let je het eerste op als je een slachtoffer ziet liggen?
A
eigen veiligheid
B
veiligheid slachtoffer

Slide 19 - Quiz

Hoe heet de vervoersgreep?
A
Heimlich
B
Rautek
C
Smit
D
De Vries

Slide 20 - Quiz


Hoeveel ademhalingen in 10 seconden is 'normale ademhaling'?
A
maximaal 1
B
minimaal 5
C
2 of 3
D
60-70

Slide 21 - Quiz

Wat moet een omstander halen als een slachtoffer niet reageert op aanspreken / schudden?
A
kop koffie voor de hulpverlener
B
een dokter
C
een AED
D
pleisters

Slide 22 - Quiz

Hoe ziet je hand eruit bij de kinlift?

Slide 23 - Open question

STAP 1
STAP 2
STAP 3
STAP 4
STAP 5
STAP 6
STAP 7
AED / 112
VEILIG VOOR MEZELF?
AANSPREKEN / SCHUDDEN
CHECK ELKE MIN. VITALE FUNCTIES
VEILIG VOOR SLACHTOFFER?
STABIELE ZIJLIGGING
CONTROLEER ADEMHALING

Slide 24 - Drag question

Vitale functies:
1.Hersenen: aanspreken / schudden
-bij bewustzijn -> reageert alert
-verminderd bewustzijn -> reageert verward
-buiten bewustzijn -> reageert niet
2. Ademhaling: kinlift / oog-oor-wang
-2/3 ademhalingen -> normale ademhaling
-1 of meer dan 3 -> abnormale ademhaling
3. Bloedsomloop
 

Slide 25 - Slide

3 VITALE FUNCTIES

Slide 26 - Mind map

Slide 27 - Video

Flauwte
  • is een kortdurende stoornis in het bewustzijn. Dit komt door tijdelijk tekort aan bloed in de hersenen.
  • dit herken je aan: bleek/zweet/geeuwen/slap/misselijk/duizelig

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Flauwte en bewusteloos
Volgende video gaat over het kantelen van een bewusteloos slachtoffer. Waarom deze handeling?

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

oorzaken flauwte

Slide 32 - Mind map

Flauwte
Wat doe je:

- 112 bellen bij bewusteloosheid, pijn op de borst, buik- of rugpijn
-laat het slachtoffer 10 minuten liggen
-leg een nat washandje op het voorhoofd
-geef drinken/eten bij volledige alertheid

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Wat doe je bij verslikken?
  • Vraag het slachtoffer te hoesten 
  • (laat) 112 bellen wanneer sl niet hoest 
  • Laat het slachtoffer voorover buigen + geef 5 rugstoten (tussen schouderbladen)
  • Geef 5 buikstoten (zittend of staand) 
  • 5x - 5x tot slachtoffer buiten bewustzijn is
  • Leg het slachtoffer op zijn rug en probeer 1x het voorwerp uit de mond te verwijderen 
  • Geef 30 borstcompressies
  • Probeer het voorwerp met 1 handeling te verwijderen. 
  • 2x beademen
  • Ga door met reanimeren

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video

Slide 37 - Video

VERSLIKKING,
wat doe je?

Slide 38 - Mind map

Slide 39 - Slide

wat doe je?

Slide 40 - Mind map

Slide 41 - Slide

Bloedingen

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Wat doe je (het is veilig) ?

Slide 44 - Mind map

Hevig bloedverlies:
  • 112
  • Geef druk op de wond
  • Stopt het bloeden? Leg een wonddrukverband aan.

Slide 45 - Slide

De vitale functies zijn:
A
horen, zien, zwijgen
B
hersenen, longen, hart
C
bewustzijn,ademhaling, bloedcirculatie
D
dokter, arts, fysio

Slide 46 - Quiz

Bel 112 bij flauwte als....
A
bij flauwte bel je altijd 112
B
het so ook rugpijn heeft
C
het so verwart reageerd
D
als het so gaat zitten

Slide 47 - Quiz

Wat is de juiste volgorde bij verslikken?
A
112, hoesten, rugslagen, buikstoten
B
hoesten, 112, buikstoten, rugslagen
C
hoesten, buikstoten, rugslagen, 112
D
hoesten,, 112, rugslagen, buikstoten

Slide 48 - Quiz

Mogelijk wervelletsel: wat zeg je tegen het so?
A
beweeg niet!
B
het komt goed!
C
voel je je tenen?
D
hallo meneer, hoort u mij?

Slide 49 - Quiz

Er is een ernstige wond. Je bent met z'n tweeën, wat laat je de ander doen?
A
druk op de wond geven
B
112 bellen
C
koffie halen voor de hulpverlener
D
wonddrukverband aanleggen

Slide 50 - Quiz

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 51 - Mind map