§3.1 Soorten mengsels

• Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

§3.1 Soorten mengsels

Hoofdstuk 3 Mengsels scheiden

Doelen

Aan het einde van de les kan ik:

• homogene en heterogene mengsels herkennen.
• voorbeelden noemen bij de verschillende groepen mengsels.
• het scheiden van mengsels beschrijven met behulp van het deeltjesmodel. 
• uitleggen dat je gebruikmaakt van verschillen in stofeigenschappen bij het scheiden van mengsels. 

Hoofdstuk 3 Mengsels scheiden

§3.1 Soorten mengsels

• Wat is een stofeigenschap?
• Welke 3 mengsels hadden we geleerd in H1?

Hoofdstuk 3 Mengsels scheiden

§3.1 Soorten mengsels

Wat is een stofeigenschap?

Welke (drie) soorten mengsels ken je?

Soorten mengsels

Vloeibare mengsels kunnen wij onderverdelen in twee categorieën:  

1. Homogene mengsels
2. Heterogene mengsels 

Hoofdstuk 3 Mengsels scheiden

§3.1 Soorten mengsels

Hetrogene mengse

Een emulsie is een vloeistof waarin 

druppeltjes van een andere vloeistof zweven.

Hoofdstuk 3 Mengsels scheiden

§3.1 Soorten mengsels

Heterogene mengsels

Een suspensie is een vloeistof waarin kleine stukjes van een vaste stof zweven. 

Andere soorten mengsels

Wat is rook?

Hoofdstuk 3 Mengsels scheiden

§3.1 Soorten mengsels

Andere soorten mengsels

Wat is rook?

Hoofdstuk 3 Mengsels scheiden

§3.1 Soorten mengsels

Andere soorten mengsels

Wat is nevel?

Hoofdstuk 3 Mengsels scheiden

§3.1 Soorten mengsels

Andere soorten mengsels

Wat is nevel?

Hoofdstuk 3 Mengsels scheiden

§3.1 Soorten mengsels

Andere soorten mengsels

Wat is schuim?

Hoofdstuk 3 Mengsels scheiden

§3.1 Soorten mengsels

Andere soorten mengsels

Wat is schuim?

Hoofdstuk 3 Mengsels scheiden

§3.1 Soorten mengsels

Homogene mengsels

Een voorbeeld van een homogeen mengsel is een oplossing. 

Een oplossing is een vaste stof, 

een vloeistof of een gas gemengd

met een vloeistof. 

Hoofdstuk 3 Mengsels scheiden

§3.1 Soorten mengsels

Mengsels scheiden

Als je de zuivere stoffen uit mengsels wilt halen, moet je op zoek naar verschillen in stofeigenschappen tussen die gemengde stoffen. 

Kleding wassen? Drogen? Groenten afspoelen? 

Hoofdstuk 3 Mengsels scheiden

§3.1 Soorten mengsels

Welke mengsel is heterogeen?

1. kraanwater
2. lucht
3. mayonaise
4. sigarettenrook

Aan de slag!

Maak opdracht 1 t/m 10 van blz. 138-141.

Je werkt de eerste 10 minuten voor jezelf, in stilte, je kunt dan opdracht 1 t/m 5 al afmaken.

Daarna mag je de rest van de les samenwerken met degene naast je.

Klaar? Nakijken! (met een andere kleur pen).

Doelen

Als het goed is kan ik nu:

• homogene en heterogene mengsels herkennen.
• voorbeelden noemen bij de verschillende groepen mengsels.
• het scheiden van mengsels beschrijven met behulp van het deeltjesmodel. 
• uitleggen dat je gebruik maakt van verschillen in stofeigenschappen bij het scheiden van mengsels. 

Hoofdstuk 3 Mengsels scheiden

§3.1 Soorten mengsels

Maak:

Opgave 1 tot en met 10

Hoe:

Je mag overleggen binnen je groepje

Doelen:

• homogene en heterogene mengsels herkennen.
• voorbeelden noemen bij de verschillende groepen mengsels.
• het scheiden van mengsels beschrijven met behulp van het deeltjesmodel. 
• uitleggen dat je gebruikmaakt van verschillen in stofeigenschappen bij het scheiden van mengsels.

Klaar: Maak de test jezelf

Hoofdstuk 3 Mengsels scheiden

§3.1 Soorten mengsels

Hoeveel doelen beheers jij?

04