Intro Politiek

H3: Politiek 
Les 1
Introductie
1 / 38
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H3: Politiek 
Les 1
Introductie

Slide 1 - Slide

Programma 

1.  Weekplanning doornemen
2. Wat is politiek? 
3. Wat vind jij? 
4. Aan de slag! 

Slide 2 - Slide

Weekplanning

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Lesdoelen check

1. Je bent bekend met de termen: 
-politiek / algemeen belang / overheid / directe en indirecte democratie
2. Je weet waar de overheid het geld vandaan haalt om plannen uit te voeren

Slide 5 - Slide

Over welke onderwerpen denkt de politiek na?

Slide 6 - Mind map

Politiek =
het maken van keuzes en het nemen van besluiten over zaken die van algemeen belang zijn (= voor heel veel mensen belangrijk)

Samen met de ambtenaren vormen politici 
de overheid

Slide 7 - Slide

Welke zaken zijn van algemeen belang?
timer
1:00

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Wat is een democratie?
Het volk heeft invloed op politieke besluiten 

Slide 10 - Slide

Directe democratie

  • Als inwoners zelf mogen stemmen over een nieuwe wet of motie 
  • Referendum = volksstemming
Indirecte democratie

  • Inwoners stemmen op een volksvertegenwoordiging die namens ons beslissingen nemen


Slide 11 - Slide

Wat vind jij? 
Je krijgt 8 stellingen te zien en geeft je mening over de stelling a.h.v een smiley. 

Slide 12 - Slide

Brommers moeten duurder worden, ze zijn slecht voor het milieu
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

Er moet strenger gecontroleerd worden op het dragen van messen
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

Nederland moet meer geld geven aan ontwikkelingslanden
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Rijke mensen moeten meer belasting betalen
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Er moeten hoge straffen komen, ook bij kleine misdrijven
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Het is goed dat roken op schoolpleinen verboden wordt
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Meer geld naar de bejaardenzorg, zodat ouderen het beter krijgen
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Nederland moet de grenzen dicht doen
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Vragen paragraaf 3.1 (blz 38 & 39)
  1. Over welke onderwerpen neemt de politiek besluiten?
  2. Wat betekent politiek?
  3. Waarvoor wordt belastinggeld gebruikt? Noem drie voorbeelden.
  4. Wat is het verschil tussen een directe en een indirecte democratie?
  5. Waarom past een referendum goed bij een democratie?

Slide 21 - Slide

H3:
Politiek 
Les 2
Paragraaf 3.2

Slide 22 - Slide

Weekplanning

Slide 23 - Slide

Programma 

1. Hoe werken verkiezingen? Wie kan je kiezen?
2. Stem je rechts, links of midden?
3. Wat gebeurd er na de verkiezingen?
4. Aan de slag! 

Slide 24 - Slide

Wat is de politiek? En waar denken ze over na?

Slide 25 - Open question

Indirecte democratie
Directe democratie
Referendum 
Volksvertegenwoordiger

Slide 26 - Drag question

Lesdoelen check

1. Je kan uitleggen hoe de verkiezingen werken
2. Je kan uitleggen wat de verschillen zijn tussen links, rechts en midden
3. Je kan uitleggen wat er gebeurd na de verkiezingen

Slide 27 - Slide

Verkiezingen
Iedereen boven de 18 met een Nederlands paspoort heeft passief (je mag gekozen worden) en actief (je mag kiezen) kiesrecht

Verkiezingen zijn vrij en geheim = je mag zelf beslissen op wie je stemt en dit hoef je met niemand te delen

Vaak wordt er gestemd op de lijsttrekker van een partij (Geert Wilders, Thierry Baudet, Mark Rutte)

Slide 28 - Slide

timer
0:30
Welke
politieke partijen
ken je?

Slide 29 - Mind map

In de Tweede Kamer:

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Standpunten links
Staan voor gelijkheid en willen een actieve overheid. Ze willen de verschillen tussen arm en rijk verkleinen en opkomen voor kwestbare mensen in de samenleving.
Standpunten rechts
Staan voor vrijheid en willen een passieve overheid. Ze vinden dat mensen zelf verantwoordelijkheid hebben voor hun inkomens en vinden het logisch dat er verschillen zijn tussen arm en rijk. Ze willen lage belastingen

Slide 32 - Slide

Kleine rol van de overheid
Grote rol van de overheid 
Links
Rechts

Slide 33 - Drag question

        Meerderheid beslist
                            De Tweede Kamer moet het eens zijn 
met een wet
De meeste stemmen gelden (de meerderheid, 75+1 beslist)
Nog nooit 1 partij alleen 76 zetels
Daarom: samenwerking nodig => coalitie sluiten
Compromis sluiten 

Slide 34 - Slide

Leesvragen 3.2 blz 40 & 41
  1. Wat is het verschil tussen actief en passief kiesrecht?
  2. Waarom moeten de stemmen tijdens de verkiezingen geheim blijven?
  3. Wat zijn standpunten van politiek links?
  4. Wat zijn standpunten van politiek rechts?
  5. Waarom moet de partij met de meeste zetels bijna altijd samenwerken?

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Link

Had je de uitkomst verwacht?
Waarom wel/niet?
timer
1:00

Slide 37 - Open question

Wat spreekt jou zo op het eerste gezicht het meest aan?
A
link
B
rechts

Slide 38 - Quiz