V5 - TH2 - les 4 - gedrag

Thema 2 Waarneming 
en gedrag

BS6 - Sociaal gedrag 
BS 7 - Gedrag bij mensen
1 / 22
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 22 slides, with text slides.

Items in this lesson

Thema 2 Waarneming 
en gedrag

BS6 - Sociaal gedrag 
BS 7 - Gedrag bij mensen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen BS6 en 7
Na deze BS kun je:
  • de functie en verschillende vormen van sociaal gedrag uitleggen
  • het verband van verschillende vormen van sociale gedrag uitleggen met de overlevingskansen
  • overeenkomsten en verschillen in het gedrag van dieren en mensen beschrijven

Slide 2 - Slide

Begrippen van BS6 en BS7
sociaal gedrag
signalen
communiceren
geritualiseerd gedrag
territoriumgedrag
dreiggedrag
overspronggedrag
conflictgedrag
rangorde
pikorde
imponeergedrag
verzoeningsgedrag
staten
_______________________
leervermogen
empathie
moreel bewustzijn

Slide 3 - Slide

Gedrag van soortgenoten ten opzichte van elkaar.

Sociaal gedrag
Bij sociaal gedrag wordt de prikkel signaal genoemd.

Signalen dienen voor informatieoverdracht (communiceren)

Slide 4 - Slide

sociaal gedrag
  • Gedrag van soortgenoten tegen elkaar
  • Signalen
Hiertoe behoren o.a:
- Taakverdeling
- Voortplantingsgedrag
    Balts en paring, geritualiseerd gedrag
- Territoriumgedrag (in vogels)

Slide 5 - Slide

Hoe wordt gedrag bepaald.
Gedrag wordt bepaald door:
  • Erfelijke factoren (genen). Gedrag dat al bij pasgeboren jongen waarneembaar is, wordt grotendeels bepaald door erfelijke factoren.
bijv.: de zuigreflex van baby's. 
  • Leerprocessen.


Slide 6 - Slide

  • voortplantingsgedrag
  • Zelfde soort
  • Juiste geslacht
  • Brengt geslachten bij elkaar in vruchtbare periode
  • Verlaagt agressie
  • Maakt keuze mogelijk
  • geritualiseerd
  • balts = insekten 
  • bronst = zoogdieren

Balts / bronst

Slide 7 - Slide

  • Verdediging van een gebied dat (relatief) uitsluitend door een dier of een groep dieren wordt bewoond.
  • Beschutting
  • Voedsel
  • Balts en paring
  • Nest maken
  • Behuizing maken
  • op grenzen dreiggedrag

Slide 8 - Slide

  • Ambivalent gedrag: gedrag dat is opgebouwd uit 2 of meer gedragssystemen

  • Overspronggedrag: niet relevant lijkend gedrag (signaalfunctie

  • Omgericht gedrag: agressie wordt niet op tegenstander, maar op surrogaat object gericht. 

Conflictgedrag

Slide 9 - Slide

Dominantie/hierarchie/ pikorde
  • De sociale rang van elk lid in sociale groep
        -Meestal rechtlijnige hierarchie of rangorde

  • Bepaalt het recht van elk dier op voedsel: pikorde 

bepaald door bijv.:
  • dominantie
  • kracht
  • leeftijd
  • zorgend voor ei/baby/kind

Slide 10 - Slide

imponeergedrag / verzoeningsgedrag
imponeergedrag 
  • bij bedreiging
  • indrukwekkend en groot maken

verzoeningsgedrag
  • ondergeschikt 
  • agressie neemt hierna af

Slide 11 - Slide

Statenvormende insecten
  • insecten die leven in staten 
  • staatshoofd: koningin

  • De ultieme samenwerking
     -Mieren
     - bijen
     - wespen
     - Termieten

Met zeer sterke taakverdeling

Slide 12 - Slide

Statenvormende insecten
bijen: 
  • tot wel 60.000 bijen 
  • bevruchte eieren: 
    werkbijen (diploïde) 
  • onbevruchte eieren: 
    darren (haploïde)

Slide 13 - Slide

oefeningen biologie pagina:

gedragsvormen: link
oefentoets: link
aan de slag

Slide 14 - Slide

DNA 98% overeenkomstig met mensapen
  • ook gedrag vertoon veel overeenkomsten

Slide 15 - Slide

Erfelijke eigenschappen
bij mensen
Eigenschappen zoals zuiggedrag bij baby's en de emoties in onze gelaatsuitdrukkingen.

Slide 16 - Slide

Leervermogen van de mens
Het leervermogen is de neiging tot gedragsverandering.

Belangrijk voor de mens om zich te kunnen aanpassen aan zijn omgeving én de omgeving aan te passen aan hen.


Slide 17 - Slide

Empathie
 Empathie (= inlevingsvermogen) is het vermogen om een denkbeeldige voorstelling van iets te maken en dat beeld aan te passen.

Speelt ook een rol bij medeleven en competitie.

Slide 18 - Slide

Communicatie bij mensen
Mensen zijn in staat tot spreken, iets wat andere mensapen niet kunnen.

Een belangrijke factor in kennisoverdracht is taal

De symbooltaal heeft vele voordelen ten opzichte van de signaaltaal

Slide 19 - Slide

Moreel bewustzijn bij de mens
Mensen zijn zich moreel bewust en analyseren en beoordelen hun eigen gedrag en dat van anderen.

Normen: gedragsregels
"Gij zult niet stelen!"

Waarden: uitgangspunten
Eerlijkheid. Respect. Rechtvaardig.

Slide 20 - Slide

Moreel bewustzijn bij dieren
Ook dieren hebben een moreel bewustzijn.

In dit filmpje is duidelijk te zien dat gelijke behandeling en rechtvaardigheid ook bij apen een rol speelt.

Slide 21 - Slide

Gedragsregels
Gedragsregels kunnen in een groep door individuen worden overgedragen naar nieuwe individuen.

Bij mensen is dit een belangrijk aspect van cultuur.

Slide 22 - Slide