Les 47 | Formuleren 2

Welkom, H2R!
Les 46 | Formuleren: samengestelde zinnen
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom, H2R!
Les 46 | Formuleren: samengestelde zinnen

Slide 1 - Slide

Deze week
Maandag: praktijkopdracht
Woensdag:  grammatica
Vrijdag: leesles (neem boek mee of leen in les)

Slide 2 - Slide

Vandaag
  • Verbindingswoorden
  • Nieuwsquiz

Slide 3 - Slide

Opdracht: schrijf in je schrift
Verbind deze twee zinnen met elkaar. Je mag de woordvolgorde veranderen. Wie vindt de meeste oplossingen? 

1. Ik trek een mooie jurk aan.
2. Ik ga naar het feest.

Bijvoorbeeld: Ik trek een mooie jurk aan, want ik ga naar het feest.

Slide 4 - Slide

Samengestelde zinnen
Enkelvoudige zin: 1 persoonsvorm 
Samengestelde zin: 2 persoonsvormen. 


Aan elkaar plakken met een voegwoord. 
(Bijvoorbeeld: en, maar, of, want, dus, omdat, terwijl, zodat, nadat, als, toen)

Slide 5 - Slide

Samengestelde zinnen
Marloes is spits. Oumaima staat in het doel.
Marloes is spits en Oumaima staat in het doel. 

Ik luister naar muziek. Ik doe de afwas. 
Ik luister naar muziek, terwijl ik de afwas doe. 

Mijn schoenen zijn te klein. Ik ga nieuwe schoenen kopen. 
Omdat mijn schoenen te klein zijn, ga ik nieuwe kopen.

Slide 6 - Slide

Aan de slag! Zelfstandig werken
Open je boek op pagina 


Maak opdracht 1 en 2 van H1, formuleren.

Slide 7 - Slide

Wat heb je geleerd vandaag?

Slide 8 - Slide

Welkom, H2R!
Les 46 | Formuleren: samengestelde zinnen

Slide 9 - Slide

Deze week
Maandag: -
Woensdag:  samengestelde zinnen
Vrijdag: verwijswoorden

Slide 10 - Slide

Vandaag
  • Samengestelde zinnen: herhaling
  • Samengestelde zinnen: zelf maken 

Slide 11 - Slide

Wat zijn samengestelde zinnen?
  • Waaraan herken je een samengestelde zin? 
  • Hoe kun je dat doen? 

Slide 12 - Slide

Bespreken opdracht 3 (H1)

Slide 13 - Slide

Zelf zinnen maken
  1. Zet een voegwoord tussen de zinnen 
  2. Controleer de woordvolgorde
    - bij en, maar, of, want en dus blijft de volgorde hetzelfde

    Bijvoorbeeld: Patricia zoekt haar telefoon, want Peter heeft die verstopt. 
    Patricia zoekt haar telefoon, omdat Peter die verstopt heeft.

Slide 14 - Slide

Aan de slag!
Huiswerk vrijdag: 
Opdracht 1, 2 en 3 van H2 (p. 57)

Slide 15 - Slide

Welkom, H2R!
Les 46 | Formuleren: verwijswoorden

Slide 16 - Slide

Deze week
Maandag: -
Woensdag:  samengestelde zinnen
Vrijdag: verwijswoorden

Slide 17 - Slide

Vandaag
  • Samengestelde zinnen: herhaling
  • Verwijswoorden

Slide 18 - Slide

Wat moest je ook alweer doen om zinnen samen te voegen?

Slide 19 - Slide

Verwijswoorden
Hoe heb je de beschrijving opgelost toen je het woord niet meer mocht gebruiken?

Slide 20 - Slide

Verwijswoorden
Variatie door verwijswoorden 
Bijvoorbeeld: Mouna is blij. Mouna heeft twee euro gevonden op straat.

Dubbel woord: Mouna. 
Hoe oplossen?

Slide 21 - Slide

Verwijswoorden

Slide 22 - Slide