Semana 24 Unidad 3 Lección 3 Tareas domésticas

¡BIENVENIDOS!
1 / 19
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

¡BIENVENIDOS!

Slide 1 - Slide

Objetivos Doelen
En esta clase... In deze les...

1. ... repito decir quién hace las tareas domésticas herhaal ik te vertellen wie welk klusje doet
2. ...aprendo los colores leer ik de verschillende kleuren in het Spaans




Slide 2 - Slide

Vocabulario Unidad 3
Je hebt twee minuten om in stilte en zelfstandig
de overhoring te maken!

Slide 3 - Slide

Vocabulario Unidad 3
Wissel je blaadje met een klasgenoot. 
Pak een andere kleur pen en kijk na!
8 / 9 / 10 punten = 1 bonuspunt op de toets :)

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

La prueba
La prueba es el 26 de junio (miércoles 1a hora):

¿Qué tengo que estudiar?
  • Vocabulario: lista SP-NL en NL-SP
  • Gramática: LT p. 58- 59 (alles) en aantekeningen
  • Leer ook de mapa mental (LT p. 60-61) of maak eventueel je eigen mindmap!


Slide 6 - Slide

Welk klusje doen jouw ouders thuis?Maak een hele zin in het Spaans.

Slide 7 - Open question

Welk klusje doe jij thuis? Maak een hele zin in het Spaans.

Slide 8 - Open question

Repaso de la clase pasada
Hoe zeg je in het Spaans...
  1. de tafel dekken
  2. Ik dek de tafel.
  3. het bed opmaken
  4. Ik maak het bed op en mijn moeder dekt de tafel.
  5. moeten
  6. Mijn broer moet zijn kamer opruimen.
  7. Mijn vader en ik moeten stofzuigen.
timer
5:00

Slide 9 - Slide

Repaso de la clase pasada
Las traducciones:
  1. poner la mesa
  2. Yo pongo la mesa.
  3. hacer la cama
  4. Yo hago la cama y mi madre pone la mesa.
  5. tener que
  6. Mi hermano tiene que ordenar su habitación.
  7. Mi padre y yo tenemos que pasar la aspiradora.

Slide 10 - Slide

Verbos regulares 






Welke werkwoorden van ej. 2 vervoeg je ook op deze manier?
ordenar
opruimen
yo - ik
- jij
él/ella - hij/zij
nosotros - wij
vosotros - jullie
ellos/-as - zij
ordeno
ordenas
ordena
ordenamos
ordenáis
ordenan
ik ruim op
jij ruimt op
hij/zij ruimt op
wij ruimen op
jullie ruimen op
zij ruimen op

Slide 11 - Slide

Verbos sombrero Hoedjeswerkwoorden
Werkwoorden zoals hacer en poner worden ook wel
hoedjeswerkwoorden genoemd, omdat alleen de ik-vorm, 
dus de bovenste vorm, anders is.

Er bestaan nog veel meer hoedjeswerkwoorden. 
Salir is er nog eentje. Dat betekent weggaan

Slide 12 - Slide

Verbos irregulares (LT p. 59C)
poner
zetten / leggen
hacer
doen / maken
yo - ik
- jij
él/ella - hij/zij
nosotros - wij
vosotros - jullie
ellos/-as - zij
pongo
pones
pone
ponemos
ponéis
ponen
hago
haces
hace
hacemos
hacéis
hacen

Slide 13 - Slide

LT p. 56 - los colores 
De kleuren zijn bijvoeglijk naamwoorden. Die passen zich dus aan aan het woord waarover ze iets zeggen. 




Kijk goed naar de vormen die de kleuren kunnen hebben!
el sillón rojo
la silla roja
los sillones rojos
las sillas rojas
la pared marrón
las paredes marrones

Slide 14 - Slide

LT p. 56 - los colores 
Categorie 1: negro / blanco / rojo / amarillo

Categorie 2: verde / azul / gris / marrón

Categorie 3: naranja / rosa / violeta - lila

Waarom horen ze tot deze categorieën?

Slide 15 - Slide

Deberes Huiswerk
Maak uit het LE:
  • p. 63 ejercicios 11 - 12
  • p. 64 ejercicios 13 - 14

Klaar? Ga verder met je extra opdracht :)
(vorige week in je mapje gestopt)

Slide 16 - Slide

¡A trabajar! Aan het werk!
LE p. 47 (1)                    LE p. 55 (6)               LE p. 62 (8-9)
LE p. 48 (3-4)              LE p. 56 (8)               LE p. 63 (10)
LE p. 49 (5-6)              LE p. 57 (10)
LE p. 50 (8-9)              LE p. 58 (12)
LE p. 51 (10)                  LE p. 59 (2-3)
LE p. 53 (3)                   LE p. 60 (4-5)
LE p. 54 (4)                   LE p. 61 (6)

Slide 17 - Slide

¡Hasta luego!

Slide 18 - Slide

Proyecto - una casa ideal
  1. We werken in groepjes van twee of drie.
  2. Ontwerp jullie droomhuis. Maak een plattegrond, een dwarsdoorsnede en eventueel tekeningen van verschillende kamers. 
  3. Teken ook de meubels en andere delen van de inrichting. Ontwerp een tuin of terras.
  4. Bereid een korte presentatie voor waarin jullie vertellen wat er allemaal is in het huis. 
  5. Vrijdag presenteren enkele groepjes hun project!

Slide 19 - Slide