Hoofdletter

Hoofdletters
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Hoofdletters

Slide 1 - Slide

Leerdoelen


  •  Waar komen hoofdletters vandaan          
  • Wanneer gebruik je hoofdletters                
  •  Uitzonderingen                                                  
  • Wanneer gebruik je geen hoofdletters   
  • Regels                                                                     

Slide 2 - Slide

Vul 4 momenten wanneer je hoofdletters gebruikt in.

Slide 3 - Open question

Wanneer gebruik je hoofdletters
De meest voorkomende zijn:
- Feestdagen, talen, namen en plaatsen
die minder vaak voorkomen zijn
- Dialecten, personen, merken, boeken, wetten
historische gebeurtenis , aardrijkskundige namen
volkeren


Slide 4 - Slide

Klopt deze zin?

Pasen wordt gehouden in Nederland.
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quiz

Aardrijkskundige namen
- Met hoofdletter ook de afleiding en de samenstelling daarvan
Bijvoorbeeld: Noord-Hollandse boeren
- Uitzondering als het niet om de plaats zelf gaat 
Bijvoorbeeld: we eten vanavond chinees

Slide 6 - Slide

klopt deze zin?

Hij woont in Zuid-Holland.
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quiz

Wanneer gebruik je geen hoofdletters ?
- Bij tussenvoegsels van achternamen
Bijvoorbeeld: Robin van Persie
- De zin die begint met een afkorting
- Cijfer of symbool

Slide 8 - Slide

Namen en tussenvoegsels
- Eerste letter van voor en achter naam
- Tussenvoegsels zijn met kleine letter, behalve als er geen voornaam of voorletter tussen staat
Bijvoorbeeld: Annie de Wit of Mevrouw De Wit

Slide 9 - Slide

Schrijf je deze naam zo goed?

Karel De Grote
A
Nee
B
Ja

Slide 10 - Quiz

Klopt deze zin?

Meneer Van Persie geeft voetballes.
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz

Wat moet anders?

Marco van Basten geeft engels.
A
De v met een hoofdletters
B
B moet kleine letter
C
engels met hoofdletter

Slide 12 - Quiz

Waar komen hoofdletters vandaan

Slide 13 - Slide

Regels
- Aan het begin van de zin en na elke punt 
Bijvoorbeeld: Piet heeft morgen een Engels examen. Hij heeft zich nog niet voorbereid vanwege het wiskunde proefwerk.
- Als de zin met een apostrof begint is het volgende woord met een hoofdletter, Bijvoorbeeld: 's Middags

Bijvoorbeeld: 's Middags

Slide 14 - Slide

Klopt deze zin?

's Middags heeft Albert een feestje.

A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

Uitzonderingen
- De namen van religies zoals:
jodendom en islam 
- Een specifieke bevolkingsgroep wel zoals
Eskimo, Arabier en Viking

Slide 16 - Slide

Klopt deze zin:
Hij werd christen, maar was vroeger een Viking.
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz

Nu nog paar quiz vragen

Slide 18 - Slide

Klopt deze naam?

Meneer Van de vaart
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quiz

Klopt deze zin?
Virgil van Dijk voetbalt bij Liverpool.
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quiz

hoe ging het?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll