Een goede samentrekking moet aan 3 eisen voldoen:
1. dezelfde functie in de zin (onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp enz.)
2. dezelfde betekenis (denk aan 'bank' (voor geld, of om op te zitten)
3. hetzelfde getal (enkelvoud/meervoud)
Voorbeeld:
Hij wordt topchef en zijn klasgenoten miljonair.