Unit 4.2 - Past continuous

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Lesdoelen

1) Herhaal past continuous

2) Herhaal can,could and should

3) Preparatie voor proefwerk.

Past continuous is...

1. In de tegenwoordige tijd
2. In de verleden tijd

Past continuous:

Wat is de regel van de past continuous?

1. hele ww+ ed of irregular verb
2. was/were hele ww+ ing
3. vorm van to be + hele ww+ ing
4. have/has + voltooid deelwoord (3e rijtje)

Past Continuous
Wanneer gebruik je de Past Continuous?

1. Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
2. Wanneer iets in het verleden een tijdje aan de gang was
3. Wanneer iets in het verleden is gebeurd.
4. Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog bezig is.

Past Continuous:
in welke zin wordt de past continuous gebruikt?

1. John hasn't been to that film yet.
2. I was walking down the street when I tripped.
3. I am sleeping now.
4. I am eating a sandwich.

vul in: past continuous
_______ (Was/were) the students ______ (do) their work when you entered the class?

Vul de past continuous in:
______ he _____ (sleep) when you visited sleeping?

Vul de past continuous in:
______ Mily _____ (watch) televison when you called her just now?

Past continuous:

He __________________ (sing) a song while his teacher was teaching so he had to stay back.

Fill in the past continuous:

____ they ____ (learn) the past continuous last week?

Past continuous:

I __________________ (not - drink) juice yesterday. I was drinking Cola.

Past continuous:

I __________________ (listen) to music when I heard the loud noise.

Past continuous:
... you even ... (listen) to me yesterday? I have been reminding you about this.

Vul de past continuous in:
They _____ at me just now. (not - look)

Past continuous:
... she ... (play) piano this morning?

Gebruik de past continuous
It ........ (not - snow) that day but it was very cold.

Vertaal naar het nederlands:
appointment

Vertaal naar het nederlands:
dentist

Vertaal naar het nederlands:
waiting room

Vertaal naar het nederlands:
hurt

Vertaal naar het nederlands:
to bleed

Vertaal naar het nederlands:
to cough

Vertaal naar het nederlands:
to feel sick

Vertaal naar het nederlands:
stomachache

Vertaal naar het nederlands:
to faint

Vertaal naar het nederlands:
sorethroat

Vertaal naar het nederlands:
building

Vertaal naar het nederlands:
healthy

Vertaal naar het nederlands:
picky

Vertaal naar het nederlands:
dairy producten

Vertaal naar het nederlands:
achievement

Vertaal naar het nederlands:
cranky

Vertaal naar het nederlands:
creepy

Vertaal naar het nederlands:
message

Vertaal naar het nederlands:
assignment

Vertaal naar het nederlands:
swollen

Vertaal naar het nederlands:
sink

Vertaal naar het nederlands:
beneath

Vertaal naar het nederlands:
rapid