What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
3M week 37 les twee
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
This lesson contains
22 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
What are we going to do today?
- Who is here?
- Studying/reading
- Previous lesson
- Homework check
- Grammar recap
- Worksheet
- End of lesson
Slide 2 - Slide
Write me words!
A E T R
K P L O
I M S N
H U D F
Slide 3 - Slide
timer
10:00
Study the stones on page seventy-four
Slide 4 - Slide
What did we do the previous lesson?
Slide 5 - Slide
Recap!
-> New grammar
-> worksheet
Slide 6 - Slide
Homework for today
"For today,
Finish exercises 25 and 26, and do the worksheet )niet mee = niet af!)"
Slide 7 - Slide
Grammar recap!
Slide 8 - Slide
Grammar recap 1
Answer the following questions:
1. Vertaal 'tag questions'
2. Hoe vorm je de tag questions?
3. Wat zijn de hulpwerkwoorden?
4. Wat moet je nooit vergeten aan het einde van de zin?
Slide 9 - Slide
Grammar recap 2
Name as many differences between the present simple and the present continuous as you can.
Include the 'signaalwoorden'!
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Homework for today
"For today,
Finish exercises 25 and 26, and do the worksheet (niet mee = niet af!)"
Slide 12 - Slide
Even een mededeling!
- Grammar 3: Gerunds and to + infinitives doen we niet!
Slide 13 - Slide
Grammar 4: page sixty-eight
Slide 14 - Slide
Some-, any-, every- and no-
Je hebt al gehoord over deze bovenstaande woorden.
Some: bevestigende zinnen
Any: vraagzinnen en ontkennende zinnen
Every: alles
None: niks
Hier kun je echter ook combinaties mee maken!
Slide 15 - Slide
-thing
Je gebruikt -thing om te praten over dingen.
Something = iets
Anything = iets
Nothing = niets
Everything = alles
Slide 16 - Slide
-body or -one
Je gebruikt -body of -one om te praten over iemand, een persoon
LET OP! No one schrijf je uit elkaar
Anyone = iedereen
Everyone = iedereen
No one = niemand
Slide 17 - Slide
-where
Je gebruikt -where om te praten over plekken.
Everywhere = overal
Anywhere = overal
Somewhere = ergens
Nowhere = nergens
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Do exercise 52 on page 68
timer
1:00
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Homework
- Do exercise 52 on page 68
Good luck!
Slide 22 - Slide
More lessons like this
3M week 36 les twee
September 2021
- Lesson with
13 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
4M week 41 les twee
October 2021
- Lesson with
16 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
3M week 37 les één
September 2021
- Lesson with
16 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
3M week 36 les drie
September 2021
- Lesson with
26 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
2M week 37 les twee
September 2021
- Lesson with
17 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
4M week 37 les één
September 2021
- Lesson with
13 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
week 4.1-1 futures
August 2022
- Lesson with
29 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
3M week 40 les één
October 2021
- Lesson with
21 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3