6 Nov - E Writing & Grammar

Today's lesson - The 6th of November
  • Recap
  • Individual work
  • Check
  • Blooket
#Goals
A1 I can write about facts and habits.
A1 I have have practised with the theme words.
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Today's lesson - The 6th of November
  • Recap
  • Individual work
  • Check
  • Blooket
#Goals
A1 I can write about facts and habits.
A1 I have have practised with the theme words.

Slide 1 - Slide

What did we do yesterday?

Slide 2 - Mind map

Grammar: The present simple
1. Wanneer gebruik je de present simple?

2. Wat is de standaard regel?

3. Zijn er nog uitzonderingen?

Slide 3 - Slide

Present Simple
1. Wanneer gebruik je de Present Simple?
--> Tegenwoordige tijd: bij feiten, gewoonten, dingen die vaak gebeuren

Voorbeelden: 
1. I like chocolate
2. She walks her dog everyday.


Slide 4 - Slide

Present Simple
2.  Wat is de standaard regel?
--> Bij he/she/it (shit-regel) komt er +s achter het hele werkwoord (de stam).




I like chocolate.
Ik houd van chocola.
You like chocolate.
Jij houd van chocola.
He/she/it likes chocolate.
Hij/zij/het houdt van chocola.
We like chocolate.
Wij houden van chocola
They like chocolate.
Zij houden van chocola.

Slide 5 - Slide

Present Simple
3. Zijn er nog uitzonderingen?

  • S - klank & to do/to go
  • to be
  • medeklinker + Y




Slide 6 - Slide

Present Simple
Uitzondering: S - Klank & to do/to go
--> Hoor je een -s aan het einde van het woord of heb je het werkwoord to do of to go? Bij he/she/it doe je +es




watch, I do, I go
Ik kijk, ik doe, ik ga
You watch, you do, you go
Jij kijkt, jij doet, jij gaat
He/she/it watches, he/she/it does, he/she/it goes
Hij/zij/het kijkt, hij/zij/het doet, hij/zij/het gaat
We watch, we do, we go
Wij kijken, wij doen, wij gaan
They watch, they do, they go
Zij kijken, zij doen, zij gaan

Slide 7 - Slide

Present Simple
Uitzondering: To be (zijn)
--> Het rijtje van to be moet je gewoon kennen. 




I am ten years old.
Ik ben tien jaar oud.
You are ten years old.
Jij bent tien jaar oud.
He/she/it is ten years old.
Hij/zij/het is tien jaar oud.
We are ten years old.
Wij zijn tien jaar oud.
They are ten years old.
Zij zijn tien jaar oud.

Slide 8 - Slide

Present Simple
Uitzondering: medeklinker + Y
--> Eindigt het werkwoord op een medeklinker + Y? Vervang bij he/she/it de Y voor -ies




I study every day.
Ik studeer elke dag.
You study every day.
Jij studeert elke dag.
He/she/it studies every day. 
Hij/zij/het studeert elke dag.
We study every day.
Wij studeren elke dag.
They study every day.
Zij studeren elke dag.

Slide 9 - Slide

Present Simple: Stappenplan

Slide 10 - Slide

Individual work
Do: 1 This is me - E Writing & Grammar
Exercise: 30bcde, 31a (page 60 - 61) + nakijken

Daarna: Kies een optie:
- Moeilijk: SlimStampen - Chapter 1, Grammar 1A en 1B (Online)
- Gemiddeld:  Exercise 31b (page 62) + nakijken
- Makkelijk: Exercise 31b, 32 (33) (page 62/63) + nakijken

timer
20:00

Slide 11 - Slide

In de present simple plak je standaard achter het werkwoord bij he/she/it een.........
Als je te maken hebt met een werkwoord dat eindigt op een s-klank of het het werkwoord to do of to go is, dan plak je bij he/she/it daar ......... achter in de present simple.
Als je te maken hebt met een werkwoord dat eindigt op een medeklinker + Y, dus haal je bij he/she/it de Y weg en vervang je door........ in de present simple.
Als je in de present simple te maken hebt met I, you, we of they verander je .......... aan het werkwoord.

Slide 12 - Drag question

Do you think you reached today's #Goals?

I can write about facts and habits.
I have have practised with the theme words.
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

Slide 14 - Slide