30.08.24 Lesson 1.1 reading

1 / 30

Slide 1: Slide

EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Friday, 30 August 2024

Slide 2 - Slide

Afspraken

Als je iets wilt zeggen, steek je je hand op
Je luistert en bent dus stil
Je werkt mee
Je schrijft mee in je schrift/werkboek/Chromebook
Je kletst niet met je klasgenoten en reageert niet op/naar anderen
Je gebruikt je Chromebook alleen als het nodig is

Je maakt je huiswerk, of je ouders worden geïnformeerd

Slide 3 - Slide

Plan

New English book/methode
Introduction to reading
New words Unit 1
Reading
Grammar: Present Simple
Homework

Slide 4 - Slide

My goal - our goals

New English book/methode

StudyGo

Unit 1 Words 1.1

Reading

Slide 5 - Slide

Goals

Aan het einde van de les weet ik wat de Present Simple is en weet ik hoe ik deze toe moet passen.

Slide 6 - Slide

Lesson 1: Reading, page 9

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

page 11 / page 152

Slide 9 - Slide

Unit 1

Lesson 1, Words 1.1

StudyGo

timer

5:00

Slide 10 - Slide

Do you know all new words already?

😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Poll

Freerunning

What do freerunners do?
Pros and Cons (the advantages and disadvantages)?

Slide 12 - Slide

Homework check

Lesson 1.1

Exc. 3 t/m 7 (page 11 t/m 13)

Exc.2 (abc), page 10

Slide 13 - Slide

edition.thiememeulenhoff.nl

Slide 14 - Link

Present Simple, page 14-15

Slide 15 - Slide

Present Simple

What do you remember?

Slide 16 - Slide

Present Simple

Wanneer gebruik je de Present Simple?

Je gebruikt de Present Simple bij:

FEITEN
GEWOONTEN
REGELMATIGHEDEN

Slide 17 - Slide

Present simple

Slide 18 - Slide

PRESENT SIMPLE

bevestigend

'SHIT'-regel

I love Scotland.

She loves Scotland.

ontkennend

don't/doesn't

I don't love Scotland.

She doesn't love Scotland.

vragend

Do/Does vooraan

Do I love Scotland?

Does she love Scotland?

Slide 19 - Slide

Shit-regel

Present Simple

Slide 20 - Slide

PRESENT SIMPLE

bevestigend

'SHIT'-regel

I love Scotland.

She loves Scotland.

ontkennend

don't/doesn't

I don't love Scotland.

She doesn't love Scotland.

vragend

Do/Does vooraan

Do I love Scotland?

Does she love Scotland?

Slide 21 - Slide

Present Simple (1) page 14

Slide 22 - Slide

Present Simple (2) page 15

Slide 23 - Slide

Wanneer gebruik je de present simple? Bij:

feiten

gewoontes

regelmatigheden

iets dat nu aan de gang is

Slide 24 - Quiz

Present simple
He ..... (to call) me every week.

call

calls

Slide 25 - Quiz

Present simple
It ....... (to start) in 10 minutes.

start

starts

Slide 26 - Quiz

Present simple
We often ........... (to talk) about or holiday.

talk

talks

Slide 27 - Quiz

Present simple
I never ....... (to wear) this dress to school.

wear

wears

Slide 28 - Quiz

Aan het einde van de les weet ik wat de Present Simple is
en weet ik hoe ik deze toe moet passen.