1.3 Krachten in het heelal

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 1: Krachten

Wat gaan we vandaag doen?

• Terugblik op vorige les
• Paragraaf 1.3
• Zelfstandig aan de slag

De eenheid van veerconstante is

1. C
2. c
3. N/cm
4. Ncm

De resultante kracht is

1. 60 N
2. 140 N
3. 100 N
4. 40 N

Hoeveel is hier de resultante kracht.
1cm = 8N

1. 32N
2. 28N
3. 24N
4. 40N

Vraag 1: In welke van de volgende tekeningen is de resultante kracht(blauw) goed getekend?

1. 
2. 
3. 
4. 

Hoe groot is de resultante kracht F_res in
de afbeelding?

1. F​res​​=176N
2. F​res​​=110N
3. F​res​​=34N
4. F​res​​=76N

Teken de resultante.

Leerdoelen

• De leerling kan uitleggen hoe hemellichamen in hun baan blijven
• De leerling kan het verschil tussen Gewicht en Massa uitleggen. 
• De leerling kan de zwaartekracht op andere planeten uitrekenen.
• De leerling kan uitleggen wat er gebeurt bij een vrije val

Paragraaf 1.3 Krachten in het heelal

In het heelal spelen meer krachten een rol. Een deel gaan we behandelen bij het hoofdstuk beweging.

Bij alle draaiende beweging is er een middelpuntzoekende kracht. In het heelal is dat meestal de zwaartekracht. 

Heelal

Paragraaf 1.3 Krachten in het heelal

Onze massa was uit hoeveel deeltje wij bestaan en dit meten wij in Kilogram. Ons Gewicht (in dagelijks taalgebruik vaak hetzelfde als massa) is eigenlijk de kracht waar mee de aarde aan die massa trekt. Gewicht is dus een kracht. 

 

G=F​z​​=m⋅g

Mijn gewicht op aarde is 833 N. Bereken mijn gewicht op de maan.

Zelfstandig aan de slag

H3: 

Lees paragraaf 3 blz 20 t/m 23

Maak de vragen (zie planner)