Mission 2: definite and indefinite articles

definite & indefinite articles
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3-6

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

definite & indefinite articles

Slide 1 - Slide

(in)Definite article
indefinite article : niet specifiek  

definite article: wel specifiek

Slide 2 - Slide

Indefinite article (a/an)
a-> als je mede klinkers hoort -      an -> als je klinker hoort
bij zelfstandige werkwoorden in het enkelvoud
Wanneer gebruiken:
na be/become           +                 beroep/functie/overtuiging
 -> His father is a teacher 
Behalve als maar 1 iemand het kan uitoefenen -> 
Who is captain of this ship.

Slide 3 - Slide

vervolg
na as en without    
->     As a child he was already aggressive
voor hundred/ thousand 
-> His library contains a thousand books.
in een aantal uitdrukkingen 
-> pages 30&31, p. 83, 84&85 ref book

Slide 4 - Slide

definite article
kan bij enkelvoud en meervoud

gaat om een specifiek/uniek iets

maar wanneer wel the en wanneer niet

Slide 5 - Slide

When do you use a Definite article
Wanneer er geen hoeveelheid bekend is bv. 
‘ The water is on the table ‘.
Wanneer het zelfstandig naamwoord bekend of eerder genoemd is. 
‘ I have a laptop. The laptop is slow.’
Voor eigennamen bv. merknamen, geografische gebieden, oceanen, rivieren etc bv.            ‘He sailed on the Schelde’

Slide 6 - Slide

when not to use an article
Er zijn 3 gevallen waarin je geen Definite article gebruikt:
1. Voorafgaand aan zelfstandige naamwoorden in het meervoud
She likes dolls
2. Voor zelfstandige naamwoorden waar de hoeveelheid niet vak bekend is
Fruit is healthy.
3. Voor eigennamen bv. landen, provincies, steden, straten, bergen, eilanden, talen, sporten, mensen
He knows Sofie
He speaks French
He lives in Amsterdam

Slide 7 - Slide

Definite articles de uitspraak
(bepaalde lidwoorden: 'de' of 'het' )

Slide 8 - Slide

uitzonderingen
Uitzondering voor bepaalde landen waar het definite article eigenlijk bij de naam van het land hoort: 
The Netherlands, The United States, The United Kingdom, The Czech Republic.

Slide 9 - Slide

ARTICLES
This is ____ nice garden.
A
a
B
an
C
x
D
the

Slide 10 - Quiz

ARTICLES
Melanie is ___ American who lives in France.
A
a
B
an
C
x
D
the

Slide 11 - Quiz

ARTICLES
Dinner's ready in ___ kitchen!
A
a
B
an
C
x
D
the

Slide 12 - Quiz

ARTICLES
Chad kept walking fast because he was in ___ hurry.
A
a
B
an
C
x
D
the

Slide 13 - Quiz

ARTICLES
James spoke to .....president Joe Biden.
A
a
B
an
C
x
D
the

Slide 14 - Quiz

ARTICLES
Melanie is ___ American who lives in France.
A
a
B
an
C
x
D
the

Slide 15 - Quiz

ARTICLES
It was ____ honest mistake.
A
a
B
an
C
x
D
the

Slide 16 - Quiz

ARTICLES
Isn't he ____ Dutch?
A
a
B
an
C
x
D
the

Slide 17 - Quiz

ARTICLES
Melanie is ___ American who lives in France.
A
a
B
an
C
x
D
the

Slide 18 - Quiz

ARTICLES
Melanie is ___ American who lives in France.
A
a
B
an
C
x
D
the

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Video

Slide 21 - Link