This lesson contains 36 slides, with text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Par 5.3 Eindwaarde van een rente
Slide 1 - Slide
Hoofdstuk 5 Enkelvoudige en samengestelde rente
5.1 Enkelvoudige en samengestelde rente
5.2 Eindwaarde en contante waarde van één bedrag
5.3 Eindwaarde van een rente
5.4 Contante waarde van een rente
5.5 Nominale en effectieve interest
5.6 Aflossingen op leningen
Slide 2 - Slide
Agenda les
Herhaling formule contante en eindwaarde van een bedrag
Uitleg par 5.3
Zelf aan de slag
Huiswerk
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Welk bedrag moet ik nu op een spaarrekening zetten?
Slide 5 - Slide
Leerdoelen par 5.3
Je kunt de eindwaarde van een rente met de formule berekenen.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
?= 3.000 x (1,02 + 1,02^2 + 1,02^3+1,03^4)= 12.612,12
Slide 12 - Slide
Rente (dus termijn) wordt per 31 december= einde jaar gestort > jaar minder rendement
Slide 13 - Slide
Uitwerking voorbeeld 5.8
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
1e term= a = €1.000 x 1
Banksaldo 1 oktober 2022?
Slide 18 - Slide
rente=0,05% per kwartaal
hoofdsom= 1.000
kwartalen uit tijdlijn=4
1e term= a = €1.000 x 1
Slide 19 - Slide
Banksaldo 31 dec 2022
Slide 20 - Slide
Banksaldo 31 dec 2023?
Slide 21 - Slide
Maak opdracht 5.9
Hoe: stil en zelfstandig
Tijd: 10 minuten
Klaar: maak 5.10
timer
10:00
Slide 22 - Slide
Een rente van €5.000 per jaar heeft 3 termijnen. De interestvoet is 4% per jaar. De termijnen vervallen aan het begin van elk jaar.
Maak tijdlijn en bereken de EW aan het einde van het 3e jaar
Storting 1 juli 2023, 1 oktober 2023 aan begin kwartaal €500 bij spaarbank tegen interestvergoeding van 1% per kwartaal. Laatste storting 1 oktober 2024.
Slide 23 - Slide
Zelf aan de slag
Maak opgave 5.9 t/m 5.11
Slide 24 - Slide
Huiswerk
Maak opgave 5.9 t/m 5.11
Lees paragraaf 5.1 t/m 5.3
Bekijk de gedeelde lessonup par 5.3 eindwaarde van een rente
Slide 25 - Slide
Agenda Les 2 par 5.3
herhalen uitleg par 5.3 d.m.v. bespreken opgave 5.11
Opdracht maken
Zelf aan de slag
Huiswerk
Slide 26 - Slide
2023
2024
2025
2.000
2.000
2.000
EW?
2.000 x 1.026
2.000 x 1,026^2
2.000 x 1,026^3
Opgave 5.11 a: Eindwaarde op 31 december 2025
Een rente groot € 2.000,- per jaar start in 2023 en eindigt in 2025. De interestvergoeding is 2,6% per jaar. De termijnen vervallen jaarlijks op 1 januari.
Slide 27 - Slide
2023
2024
2025
2.000
2.000
2.000
EW?
2.000 x 1.026
2.000 x 1,026^2
Opgave 5.11 b: Eindwaarde op 31 december 2025 termijnen einde jaar
2.000 x 1
Een rente groot € 2.000,- per jaar start in 2023 en eindigt in 2025. De interestvergoeding is 2,6% per jaar. De termijnen vervallen jaarlijks op 1 januari.
Slide 28 - Slide
Opgave 5.11 c verband tussen vraag a en b?
De eindwaarde van vraag a = 1,026 x eindwaarde vraag b
>€6.317,44= 1,026 x €6.157,35
OF
Eindwaarde van vraag a gedeeld door 1,026 levert de eindwaarde van vraag b op: €6.317,44/1,026= €6.157,35