Betoog (2)

WELKOM 

bij Nederlands 
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

WELKOM 

bij Nederlands 

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Herhaling vorige les
  • Artikelen zoeken bij je onderwerp
  • Wat weet je al van het betoog? (quizje)



Slide 2 - Slide

Vorige les 
STAP 1: 
Je hebt een van de volgende onderwerpen en een standpunt gekozen:
  • Chat GPT (AI)
  • Aardbevingen in Groningen 
  • Bitcoin
  • Doping
  • TikTok 

Slide 3 - Slide

Vandaag 
STAP 2:
Zoek drie artikelen over jouw onderwerp (zie NRC, Trouw, Volkskrant, etc.).

STAP 3:
Vat elk artikel in een paar zinnen samen.
(Welke argumenten worden er gebruikt?)
timer
5:00

Slide 4 - Slide

Voorbeeld

Onderwerp: TikTok

Standpunt: TikTok is waardevol voor de maatschappij.

Korte samenvatting: 
Mensen zijn bang dat de 
Chinese overheid hun informatie misbruikt.
Maar het blijkt dat TikTok zijn gebruikers 
niet meer bespioneert dan andere sociale 
media doen.




Artikel 1 

Slide 5 - Slide

Wat is een betoog?
Een betoog is...
A
Tekst waarin een bepaald standpunt wordt verdedigd met behulp van argumenten
B
Tekst waarin iemand je probeert te activeren om iets te doen
C
Tekst waarin iemand reclame maakt voor een bepaald product
D
Tekst waarin verschillende meningen met elkaar vergeleken worden

Slide 6 - Quiz

standpunt
standpunt
argument
argument
dus
want

Slide 7 - Drag question

Voorbeeld




Standpunt: TikTok is waardevol voor de maatschappij.
Argument: Het is leerzaam. (Ik leer bijvoorbeeld dansjes.)

TikTok is waardevol voor de maatschappij WANT het is leerzaam (ik leer bijvoorbeeld dansjes).
TikTok is leerzaam (ik leer bijvoorbeeld dansjes) DUS het is waardevol voor de maatschappij.

Slide 8 - Slide

Wat is het tekstdoel van een betoog?


Met je betoog probeer je iemand te .....
A
amuseren
B
activeren
C
informeren
D
overtuigen

Slide 9 - Quiz

Wat zijn argumenten?
A
Belangrijke woorden in een tekst die een verband aangeven
B
Woorden die de mening van de schrijver aangeven
C
Een onderbouwing van de reden waarom je iets doet of niet doet
D
Voorbeelden die gegeven worden in de tekst

Slide 10 - Quiz

Wat is er onjuist over een betoog?
Een betoog...
A
bevat de mening van de schrijver.
B
bevat argumenten.
C
is subjectief.
D
is objectief.

Slide 11 - Quiz

Argumenten:
  • zijn objectief wanneer ze feitelijk zijn (controleerbaar).
  • zijn subjectief wanneer ze een mening of gevoel bevatten.

Slide 12 - Slide