4M - Quiz over de Tweede Wereldoorlog - H4
1 / 29
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
De Tweede Wereldoorlog duurde
van ... tot ...
van ... tot ...
A
1 sept. 1940-
15 aug 1945
B
1 sept. 1940-
5 mei 1945
C
1 sept. 1939-
15 aug. 1945
D
1 sept. 1939-
5 mei 1945
Slide 2 - Quiz
D-Day was op
A
6 juni 1945
B
7 december 1942
C
6 juni 1944
D
5 mei 1945
Slide 3 - Quiz
Wat is synoniem aan collaboratie?
A
Verzet
B
Samenwerking
C
Aanpassen
D
Tegenwerken
Slide 4 - Quiz
Wat is een blitzkrieg?
A
Het bondgenootschap van Italië en Duitsland
B
Een snelle manier van oorlogvoeren
C
Andere naam voor de Tweede Wereldoorlog
D
De naam van de geallieerde tegenaanval
Slide 5 - Quiz
Operatie Barbarossa was in...
A
1941
B
1942
C
1940
D
1943
Slide 6 - Quiz
De Duitsers verloren de Slag om Engeland ...
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
Wat was de aanleiding voor de Februaristaking?
A
Het oppakken van joden in Amsterdam
B
Het executeren van leiders van een staking
C
Het neerschieten van verzetstrijders
D
De inval in Polen
Slide 8 - Quiz
Op welke twee Japanse steden werd een atoombom gegooid?
A
Hiroshima & Tokio
B
Nagasaki & Kyoto
C
Hiroshima & Nagasaki
D
Tokio & Osaka
Slide 9 - Quiz
Wie waren de Asmogendheden?
A
Japan, China en Duitsland
B
Italië, Japan, Duitsland
C
Italië, China en Duitsland
D
Sovjet-Unie, Italië, Duitsland
Slide 10 - Quiz
De Geallieerden waren ...
A
Duitsland, Italië en Oostenrijk-Hongarije
B
Frankrijk, Rusland, Engeland en Italië
C
Frankrijk, Rusland, Engeland en Amerika
D
Polen, Rusland, Engeland en Italië
Slide 11 - Quiz
De hongerwinter was ...
A
een aanleiding van de Spoorwegstaking
B
een oorzaak van de Spoorwegstaking
C
een bedoeld gevolg van de Spoorwegstaking
D
een onbedoeld gevolg van de Spoorwegstaking
Slide 12 - Quiz
Door welke gebeurtenis gingen de VS deelnemen aan WOII?
A
Pearl Harbor
B
D-Day
C
Onbeperkte duikbotenoorlog
D
bombardement Rotterdam
Slide 13 - Quiz
Wat was het einde van de Tweede Wereldoorlog?
A
Bombardement Dresden
B
Landing Normandië
C
Zelfmoord Hitler
D
Atoombom Nagasaki
Slide 14 - Quiz
Wat hielde de appeasement politiek in?
A
Streng optreden tegen Hitler vanuit andere landen
B
Hitler zijn zin geven om oorlog te voorkomen
C
De politiek van bondgenoten in Europa sluiten tegen Hitler
D
Het niet aanvalsverdrag tussen Hitler en Stalin
Slide 15 - Quiz
Rijkscommissaris van Nederland (hoofd van de regering) was ...
A
Hess
B
Mussert
C
Rauter
D
Seyss-Inquart
Slide 16 - Quiz
Wanneer was de Hongerwinter?
A
43-44
B
44-45
C
45-46
D
42-43
Slide 17 - Quiz
Operatie Barbarossa was ...
A
De aansluiting van Oostenrijk bij Duitsland
B
De inval van de geallieerden bij Normandië
C
Het verlies van de Nazi's bij Stalingrad
D
De inval van de Nazi's in de Sovjet Unie
Slide 18 - Quiz
Wat is operatie Market Garden?
A
1944 :De bevrijding van Normandie
B
1944: Plan om Nederland te bevrijden
C
1945: bevrijding van Nederland
D
1945: Plan om de oorlog in Japan te stoppen
Slide 19 - Quiz
Wat was het doel van Operatie Barbarossa voor Nazi-Duitsland?
A
Wraak nemen voor de Vrede van Versailles
B
Bewijzen dat de Dolkstootlegende waar was
C
Lebensraum creëeren voor de Duitsers
D
Zorgen voor Heim ins Reich voor alle Duitssprekenden
Slide 20 - Quiz
Wat was de betekenis van de Slag bij Stalingrad?
A
Hiermee verbraken Stalin en Hitler hun bondgenootschap.
B
Het Sovjetleger zou hierbij de zwaartste nederlaag leiden.
C
Het was het begin van de Duitse terugtocht uit het oosten.
D
Het is het begin van de bevrijding van West Europa.
Slide 21 - Quiz
eerst...
dan...
daarna...
vervolgens...
tot slot...
Duitse overgave bij Stalingrad
battle of Britain
Duitsland valt Polen aan
hongerwinter
Hiroshima
Slide 22 - Drag question
eerst...
dan...
daarna...
vervolgens...
tot slot...
bombardement Rotterdam
slag om Arnhem
regering NL naar Groot-Brittannië
Nederland capituleert
Japan bezet Nederlands-Indië
Slide 23 - Drag question
eerst...
dan...
daarna...
vervolgens...
tot slot...
slag bij Midway
D-Day
Duitsland valt Sovjet-Unie aan
niet-aanvalsverdrag Duitsland en Sovjet-Unie
aanval op Pearl Harbor
Slide 24 - Drag question
Slide 25 - Slide
eerst...
dan...
daarna...
vervolgens...
tot slot...
bouw Berlijnse Muur
oprichting NAVO
blokkade van Berlijn
Poetin aan de macht
Marshallplan
Slide 26 - Drag question
eerst...
dan...
daarna...
vervolgens...
tot slot...
Cubacrisis
Praagse lente
Duitse eenwording
Sovjet-Unie heeft atoombom
Stalin overleden, Chroesjtsjov aan de macht
Slide 27 - Drag question
1947
1945-'89/91
1948
1948-'49
1949
1952
1953
1955
1956
1957
1946
blokkade van Berlijn
de Koude Oorlog
Stalin overleden, Chroesjtsjov aan de macht
stichting BRD
oprichting NAVO
begin containment
Hongaarse opstand
stichting DDR
oprichting Warschaupact
Marshallplan
China communistisch
Sovjet-Unie heeft atoombom
Slide 28 - Drag question
1961
1962
1981
1980
1985
1989
1990
1991
1968
1999
2001
aanslagen VS
val Berlijnse Muur
Gorbatsjov aan de macht
demonstraties tegen kernwapens in NL
Praagse lente
Poetin aan de macht
Duitse eenwording
Cubacrisis
bouw Berlijnse Muur
einde Sovjet-Unie
