11.6. Lesen Cito

1 / 34

Slide 1: Slide

DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Programm Dienstag 11.6.

Cito Tekste Lesen

Slide 2 - Slide

School stelt woordenboek!

Slide 3 - Slide

Wortschatz

Slide 4 - Slide

Was bedeutet
die Lücke

Slide 5 - Open question

Was bedeutet
der Verfasser

Slide 6 - Open question

Was bedeutet
meinen

Slide 7 - Open question

Was bedeutet
die Behauptung

Slide 8 - Open question

Was bedeutet
schließen aus

Slide 9 - Open question

die Zeile de regel

der Absatz de alinea

die Lücke het gat

der Verfasser de auteur

die Ergänzung de invulling, toevoeging

Slide 10 - Slide

die Aussage de uitspraak, verklaring

die Behauptung de bewering

die Absicht de bedoeling, intentie

der Ratschlag het advies

die Bedeutung de betekenis

Slide 11 - Slide

sich beziehen auf betrekking hebben op schließen aus afleiden

äußern uiten

meinen bedoelen

hinweisen wijzen op

Slide 12 - Slide

Lesen von Cito Texten

Slide 13 - Slide

Grote Lijn

Titel

Afbeelding

Intro

Eerste Vraag

Slide 14 - Slide

Eerste Vraag

Wat is het onderwerp?

Is er nuttige info in de vraag?

Slide 15 - Slide

Voorbelden

Helpen tekst te begrijpen!

Kenmerken: Namen, plaatsen, getallen, data

Signaalwoord vaak: etwa, so

In vraag: Konkretisieren, erläutern, es zeigt

Slide 16 - Slide

Experts

Niet belangrijk: opleiding etc.

Wel: Wat zeggen ze?

Let op aanhalingsteken "

Slide 17 - Slide

Signaalwoorden

Geven verband aan tussen zinsdelen, zinnen of alineas.

Slide 18 - Slide

Opsomming

und / auch en / ook

erstens, zeitens, drittens ten eerste, tweede, derde

außerdem, zudem bovendien

gleichzeitig tegelijkertijd

sowie evenals, alsook

zunächst ten eerste

dann dan

Slide 19 - Slide

Reden / oorzaak / verklaring

weil omdat

denn want

darum / deswegen daarom

dadurch daardoor

indem doordat

hierdurch daardoor

das heißt dat wil zeggen

Slide 20 - Slide

Tegenstelling

aber / sondern maar

allerdings echter

doch toch

dagegen daarentegen

einerseits ... andererseits enerzijds .... anderzijds

obwohl hoewel

trotzdem desondanks

(an)statt in plaats van

Slide 21 - Slide

Gevolg / conclusie

darum daarom

kurzum kort

zusammenfassend samenvattend

demnach dus, daarom

damit zodat, daarmee

deswegen vandaar, daarom

so dus, daarom

Slide 22 - Slide

bevestiging

klar natuurlijk

natürlich natuurlijk

tatsächlich inderdaad

Slide 23 - Slide

benadrukking

besonders in het bijzonder

selbst zelfs

sogar zelfs

vor allem vooral

Slide 24 - Slide

Signalwörter

Quizlet

classroom

Slide 25 - Slide

Basisstappenplan ABC vragen

1. Grote lijn -> Titel, plaatje, intro, eerste vraag

2. Lees de vraag, markeer alinea in tekst

Is er nuttige info in de vraag? (inhoud tekst, waar op letten)

3. Lees alinea, streep signaalwoorden en : - aan

4. Bedenk een eigen antwoord, en kijk of een hierbij past

5. Pindakaasantwoorden eruit

6. Kloppen alle elementen? Past het in de grote lijn?

Slide 26 - Slide

Gatenvragen

1. Signaalwoorden -> kijken naar verband tussen zinnen!

2. Andere woorden Lesen tot gat + 1 zin daarna

Check signaalwoorden rond gat

moet het woorde positief of negatief zijn?

grote lijn

Slide 27 - Slide

Beweringenvraag

Kunnen alle goed of fout zijn!

1. Stap Bewering lesen

2. Stap Per bewering 1 zoekterm aanstrepen b.v. Namen,

platsen, cijfers, internationale woorden

3. Stap Zoekthermen in tekst zoeken

4. Stap Letten op signaalwoorden, grote lijn

Slide 28 - Slide

Text 6

Havo 2016

Beweringenvraag

Slide 29 - Slide

Text 2 ff

lesen

Slide 30 - Slide

Barbara

link

Slide 31 - Slide

Hausaufgabe

Lernen: Signalwörter

Machen:

Slide 32 - Slide