This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Startquiz H3
H3 Formules en grafieken
Slide 1 - Slide
Formules en grafieken
Slide 2 - Mind map
We doen een quiz!
Geef steeds zo met je iPad antwoord op de vraag. Je mag een rekenmachine gebruiken.
Succes!
Slide 3 - Slide
Vraag 1 t/m 3
Marcha huurt een fiets. Zij betaalt €2,50 per uur en €5 administratiekosten. Daarbij hoort de woordformule:
bedrag in € = 5 + 2,50 x tijd
Slide 4 - Slide
bedrag in € = 5 + 2,50 x tijd
Hoeveel betaalt Marcha als ze de fiets 5 uur huurt?
Slide 5 - Open question
bedrag in € = 5 + 2,50 x tijd
Hoeveel betaalt Marcha als ze de fiets 8 uur huurt?
Slide 6 - Open question
bedrag in € = 5 + 2,50 x tijd
Marcha betaalt voor 2 uur. Ze komt 1 uur te laat terug. Hoeveel moet zij bijbetalen?
Slide 7 - Open question
Vraag 4 t/m 7
In de bergen koelt het 's nachts sterk af. Vanaf 22:00 uur kun je de temperatuur berekenen met de woordformule
temperatuur in °C = 12 - 4 x tijd in uren
De formule kun je korter schrijven als
temperatuur in °C = 12 - 4t
Slide 8 - Slide
In de bergen koelt het 's nachts sterk af. Vanaf 22:00 uur kun je de temperatuur berekenen met de woordformule: temperatuur in °C = 12 - 4t Wat is de temperatuur in °C om 22 uur?
Slide 9 - Open question
In de bergen koelt het 's nachts sterk af. Vanaf 22:00 uur kun je de temperatuur berekenen met de woordformule: temperatuur in °C = 12 - 4t Welke t hoort bij 3 uur 's nachts?
Slide 10 - Open question
In de bergen koelt het 's nachts sterk af. Vanaf 22:00 uur kun je de temperatuur berekenen met de woordformule: temperatuur in °C = 12 - 4t Wat is de temperatuur om 3 uur 's nachts?
Slide 11 - Open question
In de bergen koelt het 's nachts sterk af. Vanaf 22:00 uur kun je de temperatuur berekenen met de woordformule: temperatuur in °C = 12 - 4t Op welk tijdstip is het -12 °C?