H6 De regering bestuurt het land BB

Hoe word je minister-president?
Waar kun je solliciteren als je minister wilt worden?
Wie is de baas van Nederland?
Hoe word je staatshoofd?
1 / 38
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Hoe word je minister-president?
Waar kun je solliciteren als je minister wilt worden?
Wie is de baas van Nederland?
Hoe word je staatshoofd?

Slide 1 - Slide

H6 De regering bestuurt het land
We beginnen eerst met het afmaken van H3. 
Na deze les kun jij:
- vertellen wat de volgende begrippen betekenen: lijsttrekker, kabinet, regering, regeerakkoord, formateur, informateur
- vertellen hoe de kabinetsformatie verloopt.



Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Eens in de vier jaar zijn de Tweede Kamerverkiezingen. Burgers van 18 jaar en ouder mogen dan de 150 leden van de Tweede Kamer kiezen. Lijsttrekkers spelen een grote rol bij het krijgen van stemmen.
Partijen proberen zoveel mogelijk stemmen te krijgen. 
Na de verkiezingen wordt er gekeken welke partijen in het kabinet komen. 

Slide 4 - Slide

Lijsttrekkers van een aantal politieke partijen
Een lijsttrekker is de man of vrouw die het gezicht van de partij is. De lijsttrekker staat op de eerste plek van de verkiezingslijst.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

De regering en het kabinet
De regering (zie foto)
Ministers en Koning

Het kabinet
Ministers en staatssecretarissen (een soort onderminister die een deel van het beleid van de minister regelt)

Slide 7 - Slide

Hoe wordt een nieuw kabinet gevormd?

De burgers kiezen de 150 leden van de Tweede Kamer (TK).

Na de verkiezingen wijst de Tweede Kamer een informateur aan. De informateur bekijkt welke partijen met elkaar kunnen en willen samenwerken (om een meerderheid te halen in de TK         ).

De partijen die met elkaar gaan samenwerken schrijven een regeerakkoord.

De lijsttrekker van de grootste partij wordt meestal de formateur.

De formateur kiest de ministers en staatssecretarissen (het kabinet).

De koning benoemd het nieuwe kabinet.


de meerderheid van 150 zetels is (minstens) 76. Een partij haalt na de verkiezingen nooit 76 of meer zetels. Partijen moeten dus samenwerken. Om te kunnen samenwerken kijken partijen naar het aantal zetels en naar de ideeen van de partijen: lijken die op elkaar om te kunnen samenwerken?
lijsttrekker
De eerste persoon op de verkiezingslijst van een politieke partij. Deze persoon is de leider van de partij.
Hierin staan de plannen van het kabinet voor de aankomende vier jaar.

Slide 8 - Slide

Opdracht
In LessonUp staat een les klaar (module Politiek) om te oefenen met de stof.
Het zijn allemaal sleepvragen!
Als je klaar bent, kijk ik het na en geef ik feedback in LessonUp.

Slide 9 - Slide

Deze les




Na deze les kun jij...
... vertellen wat coalitiepartijen en oppositiepartijen zijn.
... vertellen wat de taken van de regering zijn.



Wat gaan we doen?
Herhaling van de kabinetsformatie.
Uitleg
Oefenen oefenen oefenen

Slide 10 - Slide

Wie zitten er in het kabinet??
A
Koning en staatssecretarissen
B
Ministers en staatssecretarissen
C
Koning en ministers

Slide 11 - Quiz

Wie zitten er in de regering?
A
Ministers en de staatsecretarissen
B
Ministers en de Koning
C
Koning en de Koningin
D
Kabinet en de Koning

Slide 12 - Quiz

Stap 1 van de kabinetsformatie
Stap 2 van de kabinetsformatie
Stap 3 van de kabinetsformatie
Stap 4 van de kabinetsformatie
De formateur kiest de ministers en staatssecretarissen.
De Tweede Kamer benoemd een informateur. Hij of zij kijkt welke partijen kunnen en willen samenwerken.
De partijen stellen een regeerakkoord op.
De Koning benoemt het nieuwe kabinet.

Slide 13 - Drag question

Geef per uitspraak aan of deze WAAR of NIET WAAR is
WAAR
NIET WAAR
De formateur kijkt welke partijen met elkaar kunnen samenwerken
De informateur wordt gekozen door de Koning
Het kabinet wordt officieel beëdigd door de Koning
Partijen die samenwerken schrijven een regeerakkoord
Partijen die samenwerken  leveren ministers
De formateur wordt meestal zelf minister-president

Slide 14 - Drag question

Coalitiepartijen
De partijen die samenwerken in de regering noemen we coalitiepartijen. Op dit moment zijn VVD, CDA, D66 en ChristenUnie de coalitiepartijen.
Oppositiepartijen
De overige partijen die in de Eerste en Tweede Kamer zitten. 
Welke partijen zijn dit?
PvdA, GroenLinks, SP, SGP, PVV, Denk, FvD

Slide 15 - Slide

 Taken van de regering
De regering (ministers) hebben een aantal taken:
- voorbereiden van overheidsbeleid (bedenken van wetsvoorstellen)
- uitvoeren van overheidsbeleid (uitvoeren van nieuwe wetten)
- Jaarlijks opstellen van de rijksbegroting en deze op Prinsjesdag aanbieden aan het parlement.

Slide 16 - Slide

Aan de slag!

We maken vraag 5, 6, 7 en 10

Slide 17 - Slide


De regering bestaat uit ..
A
Coalitiepartijen
B
Oppositiepartijen

Slide 18 - Quiz

Welke taken hebben ministers?
A
wetsvoorstellen maken en de wetten uitvoeren
B
stemmen over wetten en de troonrede voorlezen
C
handtekening zetten onder wetten en de wetten uitvoeren
D
stemmen over wetten en de Tweede Kamer controleren

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Video

deze les:
... vertellen wat het verschil is tussen een monarchie en een republiek.
... vertellen wat de taken van de Koning zijn.
... vertellen wat er op Prinsjesdag gebeurt.

Slide 21 - Slide

Monarchie of republiek?
Nederland is een monarchie. Dit betekent dat wij een land zijn met een koning als staatshoofd. De koning wordt niet gekozen door het volk.
Amerika is een republiek. Dat betekent dat Amerika een gekozen president als staathoofd heeft.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

De Koning
 De koning heeft als staatshoofd een aantal formele (officiële) taken: 

- Het plaatsen van een handtekening onder nieuwe wetten. 
- Beëdigen van nieuwe ministers, staatssecretarissen en burgemeesters.
- De troonrede voorlezen op Prinsjesdag.


beedigen
Beedigen is het trouw zweren aan de Grondwet en vindt plaats voordat een persoon in een bepaalde openbare functie werkzaam zal zijn.

Slide 24 - Slide

Koning 
  • Ministeriële verantwoordelijkheid: kabinet is verantwoordelijk voor wat de koning zegt en doet 
  • is onschendbaar: de koning hoeft aan niemand uit te leggen wat hij doet of waarom
  • Geheim van Noordeinde: wekelijks overleg met minister president  

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Link

Prinsjesdag
Op de derde dinsdag van september is het Prinsjesdag. De koning leest dan de troonrede voor. De troonrede wordt geschreven door de ministers. In de troonrede staan de plannen voor het komende jaar.
 Vervolgens biedt de minister van Financiën het bekende koffertje aan de Tweede Kamer aan. Hierin zitten de Rijksbegroting, waarin staat hoeveel geld elk ministerie waaraan besteedt en de Miljoenennota. Dit is een uitleg van de belangrijkste keuzes, plannen en kosten van de regering.

Slide 27 - Slide

Na Prinsjesdag
Direct na Prinsjesdag bespreken de fractieleiders van de politieke partijen in de Tweede Kamer de miljoenennota en de rijksbegroting. Dat gebeurt tijdens de 'Algemene Politieke Beschouwingen'.
fractieleider
Leider van een politieke partij (in de Tweede Kamer, Eerste Kamer, gemeenteraad).

Slide 28 - Slide

Aan de slag!
We maken vraag 8, 9, 11 en 12 

Slide 29 - Slide

Hoeveel zetels hebben de coalitiepartijen minstens nodig om te regeren?
A
51
B
76
C
101
D
150

Slide 30 - Quiz

I. Coalitiepartijen stemmen vaak tegen de plannen van de regering
II. De minister-president is lid van een van de oppositiepartijen
A
I is juist, II is onjuist
B
I is onjuist, II is juist
C
I en II zijn beide juist
D
I en II zijn beide onjuist

Slide 31 - Quiz

Wie is het staatshoofd van Nederland?
A
Rutte
B
voorzitter Tweede Kamer
C
Koning Willem-Alexander
D
Koningin Maxima

Slide 32 - Quiz

Wat gebeurt er op Prinsjesdag?
A
Dan leest de Koning de Troonrede voor.
B
Dan leest de Koning de Miljoenennota voor.
C
Dan leest de Koning de Rijksbegroting voor.

Slide 33 - Quiz

Welke van deze taken voert de koning uit?
A
Ministers benoemen
B
Regering samenstellen
C
Wetten maken

Slide 34 - Quiz

SGP
Coalitie
Oppositie
CDA
VVD
Christenunie
D66
PVV
SP
GroenLinks
DENK

Slide 35 - Drag question

Slide 36 - Video

Slide 37 - Video

Slide 38 - Video