1.3 Heb je geld nodig om te ruilen?

• Economie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

1.3 Heb je geld nodig om te ruilen?

Lesinhoud

Ik kan vertellen wat ik in §1.1 en §1.2 heb geleerd?

Leerdoelen §1.3.

Uitleg §1.3.

Samenvatting

 

§1.1 Ik kan laten zien dat ik kan uitleggen:

- welke soorten behoeften er zijn en hoe we deze herkennen.

- hoe de spanning ontstaat tussen behoeften en middelen.

- wat anders is aan het consumeren van een goed of dienst.

- wat we bedoelen met het begrip alternatief aanwendbaar.

 

§1.2 Ik kan laten zien dat ik ...

-een voorbeeld kan geven van verschillende soorten uitgaven.

-wat het verschil is tussen de drie soorten inkomens.

-een begroting kan opstellen van mijn inkomsten en uitgaven.
-een budgetlijn kan tekenen. 

§1.3 Ik kan laten zien dat ik ...

- Het verschil kan uitleggen tussen directe en indirecte ruil.

-De functies van geld kan noemen.

-Het ontstaan van geld kan beschrijven.

-De randvoorwaarden van het geldsysteem ken.

-Rekenen met procenten.

Wat is geld?

Geld?

Hoe is GELD ontstaan?

Vroeger had je nog geen geld...

Tegenwoordig hebben we GELD: 

Indirecte ruil : Je krijgt geld voor je producten. Met dat geld koop je het product waar je behoefte aan hebt. 

Welke drie functies biedt geld? 

Welke twee vormen van geld zijn er?  

Samenvatting

Je kunt nu voor jezelf of een klasgenoot de paragraaf samenvatten.

Door dit aan een ander uit te leggen leer je beter de leerstof onthouden.

Aan de slag!

Maken: online paragraaf 1.3. opdracht 24 t/m 31 en de herhalingsopdrachten uit het boek par. 1.3. blz. 29.

tot Morgen :)

Van een pen tot een ................