VWO 3 chapitre 2 B Lire

PROGRAMME
  • Révision du vocabulaire 
  • Les buts
  • B Lire
  • Au travail
  • Évaluation
1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

PROGRAMME
  • Révision du vocabulaire 
  • Les buts
  • B Lire
  • Au travail
  • Évaluation

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Sleep de twee woorden die bij elkaar horen naar het juiste plaatje.
Samen vormen zij woorden die te maken hebben met het thema: 
'geld verdienen'. 
gagner
promener
travailler
laver
faire
des voitures
du babysitting
dans un supermarché
les chiens
de l'argent

Slide 2 - Drag question

This item has no instructions

Les buts
  • Ik kan in een leestekst zoeken naar specifieke informatie.
  • Ik kan in grote lijnen begrijpen waar een leestekst over gaat.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Herhaling
Neem over in jouw schrift!



- Qu'est-ce que tu viens d'acheter ?
   Wat heb jij net gekocht?

- Un VTT, qu'est-ce que c'est ? Je ne connais pas le mot en français.
   Een mountainbike, wat is dat? Ik ken het Franse woord niet.

- Il est cher ce VTT ? 
   Is die mountainbike duur?
- Je viens d'acheter un VTT.
   Ik heb net een mountainbike gekocht.

- Un VTT, c'est un vélo que tu peux utiliser partout.
   Een mountainbike is een fiets die je overal kunt gebruiken.

- Oui, il coûte 500 euros.
   Ja, hij kost 500 euro.
timer
10:00

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

B Lire
Welke vier vragen worden er gesteld?
Schrijf ze in het Nederlands op.
Dit kan in jouw werkboek p. 51 (ex.8a - 3)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat is globaal lezen?
A
de hele tekst lezen
B
de kopjes lezen
C
bedenken waar de tekst over gaat
D
de eerste en laatste zinnen van de alinea's lezen

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

B Lire
Lis le texte B globalement et replis le tableau dans ton livre d'exercice (p.52) à l'exercice  8b.

Naam
Stad
Land
Gaat verstandig met geld om
Rania
Michal
Nicolas

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

B Lire
Réponses
Naam
Stad
Land
Gaat verstandig met geld om
Rania
Tunis
Tunesië
ja
Michal
Warschau
Polen
ja
Nicolas
Parijs
Frankrijk
ja

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

B Lire
On va lire le texte B dans ton livre de textes p.23

Après chaque partie, on va répondre aux questions de l'ex.8c.

Slide 9 - Slide

Réponses:
1 C Rania reçoit plus d’argent à des occasions spéciales.
2 C Il met de l’argent de côté.
3 C Son petit boulot correspond à ses centres d’intérêt personnels.
4 B À la troisième et la quatrième.
5 B Nicolas.
Au travail
Fais l'excercice 10 et 11.






Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Réponses ex.10a
1. A
2. F
3. B
4. E
5.  C
6. D



Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Au travail
Fais l'excercice 10 et 11.






Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Réponses ex.10b
Voorbeeldantwoord
1. faire ses devoirs - Omdat: het geen bijbaantje is.
2. des jeux vidéo - Omdat: dit een aankoop is voor jongens én
meisjes.
3.  des boissons fraîches - Omdat: het een drankje / geen eten is.
4.  un office du tourisme - Omdat: het geen winkel is waar je spullen koopt.




Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Au travail
Fais l'excercice 10 et 11.






Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Réponses ex.11a




- Mes parents me donnent 5 euros par semaine.
- J'achète des bonbons et des glaces.
- J'ai un petit boulot dans un magasin de skate.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Au travail
Fais l'excercice 10 et 11.






Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Évaluation
Écris trois mots que tu as appris ce cours.
Schrijf drie woorden op die jij deze les hebt geleerd.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Devoirs
Apprendre: vocabulaire B

Slide 18 - Slide

This item has no instructions