This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Science §3.3 & 3.4
Benodigheden
- Werkboek
- Pen, potlood
- Rekenmachine
- Laptop
LessonUp:
JA!
Telefoons in de telefoontas!
Slide 1 - Slide
Eenheden van tijd (1)
Om tijd uit te drukken, gebruiken we heel veel verschillende eenheden.
milliseconde (ms): Dit is een duizendste van een seconde.
centiseconde (cs): Dit is een honderdste van een seconde.
seconde (s): Dit is veruit de meest gebruikte eenheid voor tijd.
minuut (min): Een minuut bestaat uit 60 seconden.
uur (h): Een uur bestaat uit 60 minuten.
dag of etmaal (d): Een dag bestaat uit 24 uur.
week (wk): Een week bestaat uit zeven dagen.
Slide 2 - Slide
Eenheden van tijd (2)
maand (mnd): Weet jij of een maand bestaat uit 28, 30 of 31 dagen? De maand is een eenheid die wij in de wetenschap liever niet gebruiken.
jaar (a): Een jaar bestaat uit 365,25 dagen.
decennium (Daa): Een decennium is een periode van 10 jaar. Het symbool ‘Daa’ komt van deca annum.
eeuw (ha): Een eeuw is een periode van 100 jaar. Het symbool ‘ha’ komt van hecto annum.
millennium (ka): Een millennium is een periode van 1000 jaar. Het symbool ‘ka’ komt van kilo annum.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
1,3 a = ... h
Geef je antwoord zonder eenheid. Dus alleen een getal.
gebruik in berekening:
1 jaar = 365,25 dagen
Slide 5 - Open question
1,8 ka = ... a
Geef je antwoord zonder eenheid. Dus alleen een getal.
gebruik in berekening:
1 jaar = 365,25 dagen
Slide 6 - Open question
Schrijf 120,725 d op
als d, h, min, s.
gebruik in berekening:
1 jaar = 365,25 dagen
Slide 7 - Open question
Slide 8 - Video
In een lamp wordt elektrische energie omgezet in licht dat is stralingsenergie.
Welke vorm van energie ontstaat er nog meer?
2
Slide 9 - Slide
Bij een kampvuur wordt chemische energie omgezet in thermische energie en stralingsenergie.
3
Slide 10 - Slide
In een motorblok wordt chemische energie omgezet in bewegingsenergie (kinetische energie) en ... ?
Welke vorm van energie ontstaat er nog meer?
Slide 11 - Slide
Rendement - slide 1
Bij een energieomzetting ontstaan vaak meerdere soorten energie.
Het liefst wil je dat alle energie (100%) omzet naar de energiesoort die je nodig hebt.
Belangrijk: ENERGIE GAAT NOOIT VERLOREN!
Slide 12 - Slide
Rendement - slide 2
Bij een energieomzetting ontstaan vaak meerdere soorten energie.
Bij een lamp wordt elektrische energie omgezet in stralingsenergie en thermische energie.
Slide 13 - Slide
Rendement - slide 2
Bij een energieomzetting ontstaan vaak meerdere soorten energie.
Bij een lamp wordt elektrische energie omgezet in stralingsenergie en thermische energie.
Slide 14 - Slide
Rendement - slide 3
Het aantal procent van de energie die in een apparaat gaat en omgezet wordt in de nuttige energiesoort, heet rendement.
Slide 15 - Slide
Dit motorblok heeft een rendement van 35%. Hoeveel joule nuttige energie ontstaat er als er 100 joule chemische energie in het motorblok wordt omgezet?
Slide 16 - Open question
Dit motorblok heeft een rendement van 65% Hoeveel joule nuttige energie ontstaat er als er 1900 joule chemische energie in het motorblok wordt omgezet?
Slide 17 - Open question
Huiswerk
Volgende les:
Vrijdag 8 april
Maken en nakijken §3.4
Opdracht 48 t/m 52
Leren §3.2 t/m 3.4 = S.O (leerdoelen staan op magister)