Oefening vorm en lijn tweedejaars havo

Bekijk de afbeelding hiernaast.
Hoe noemen we de zwarte lijn om de vorm heen?
A
Contourlijn
B
Omtreklijn
C
Sihouet
D
Vormlijn
1 / 25
next
Slide 1: Quiz
Beeldende vormingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Bekijk de afbeelding hiernaast.
Hoe noemen we de zwarte lijn om de vorm heen?
A
Contourlijn
B
Omtreklijn
C
Sihouet
D
Vormlijn

Slide 1 - Quiz

Als we het hebben over 'lijnwerking' dan hebben we het over:
A
hoe dik een lijn is getekend
B
of de lijn recht is of krom of golvend enz.
C
hoeveel druk er is gezet met het zetten van de lijn
D
wat het effect is

Slide 2 - Quiz


De lijnen in deze twee afbeeldingen hebben verschillende functies.
Benoem de functie van de lijn per afbeelding.

1
2
A
Afb. 1. omtreklijn. Afb. 2. arcering.
B
Afb. 1. stofuitdrukking. Afb. 2. omtreklijn.
C
Afb. 1. schaduw. Afb. 2. omtreklijn.
D
Afb. 1. omtreklijn. Afb. 2. stofuitdrukking.

Slide 3 - Quiz

Hoe arceer je patronen die een suggestie van donker moet weergeven?
A
Wijd uit elkaar
B
Dicht op elkaar
C
Groot tekenen
D
Klein tekenen

Slide 4 - Quiz

Sleep het juiste begrip met het juiste plaatje
Textuur
Patroon
enkelvoudige arcering
Vrije arcering
Kruisarcering

Slide 5 - Drag question

Welk begrip past bij de afbeelding?
A
Kruis arcering
B
Parallel arcering
C
Patroon

Slide 6 - Quiz

Wat is een arcering?
A
Een vlak opgevuld met dicht bij elkaar getekende lijnen
B
Een vlak ingekleurd met een arceer stift.
C
Een zwart ingekleurd vlak
D
Een wit vlak

Slide 7 - Quiz

Wat kun je door middel van arceren bereiken?
A
licht/donker effect
B
ruimte creëren
C
schaduwen en diepte
D
structuur aanbrengen om een beeld te vullen

Slide 8 - Quiz

Welk(e) begrip(pen) over het beeldaspect lijn zie je terug in deze afbeelding?
A
zwart en wit & silhouet
B
arceren & dikke en dunne lijnen
C
dikke en dunne lijnen & groot en klein
D
silhouet & dikke en dunne lijnen

Slide 9 - Quiz

Als we het hebben over 'lijnvoering' dan hebben we het over
A
hoe dik een lijn is getekend
B
of de lijn recht is of krom of golvend enz.
C
hoeveel druk er is gezet met het zetten van de lijn
D
wat het effect is

Slide 10 - Quiz

Als we het hebben over 'lijnsoorten' dan hebben we het over
A
hoe dik een lijn is getekend
B
of de lijn recht is of krom of golvend enz.
C
hoeveel lijnen er in een tekening te zien zijn
D
wat het effect is van een lijn

Slide 11 - Quiz

Welk begrip zie je hier?
A
Lijndikte
B
Contour
C
Textuur
D
Lijnsoort

Slide 12 - Quiz

Organische vormen
Geometrische vormen

Slide 13 - Drag question

Open vorm
Gesloten vorm

Slide 14 - Drag question

Tweedimensionale vorm
Driedimensionale vorm
Geometrisch vorm
Organische vorm

Slide 15 - Drag question

een expresieve vorm

Slide 16 - Drag question

Organische vorm
Symetrische vorm
Onregelmatige vorm
Regelmatige vorm

Slide 17 - Drag question

ENKELVOUDIGE VORM
de vorm bestaat uit één stuk
SAMENGESTELDE VORM
de vorm bestaat uit meerdere samengevoegde delen

Slide 18 - Slide


De afbeelding die je hier ziet is een
A
samengestelde vorm
B
symmetrische vorm
C
figuratieve vorm
D
ruimtelijke vorm

Slide 19 - Quiz

Deze vorm is
A
open vorm
B
gestroomlijnd

Slide 20 - Quiz

Deze vorm is
A
gesloten vorm
B
open vorm

Slide 21 - Quiz

Een vorm stileren is als je een vorm
A
vereenvoudig
B
vergroot
C
verkleind
D
vervormd

Slide 22 - Quiz

deze vorm is
A
abstract
B
gestileerd

Slide 23 - Quiz

Wat is een organische vorm?
A
Een vorm die lengte en breedte heeft
B
een vorm afgeleid van mensen, dieren, planten
C
een wiskundige vorm
D
een vorm die lengte, breedte en diepte heeft

Slide 24 - Quiz

Deze vorm noem je
A
contour
B
silhouet

Slide 25 - Quiz