D. Grammaire + Lire l'heure

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Au programme

1) Vocabulaire A

2) Lire l'heure 

3) Le passé composé

Vite, vite! Tu vas ... le train, il part dans 10 minutes

1. billet
2. départ
3. manquer
4. attendre

Quand on arrive dans un hôtel, à la réception on vous dit:

1. agréable
2. je suis désolé
3. seul
4. bienvenue

un synonyme pour "information"

1. destination
2. horaire
3. circulation
4. renseignement

il n'y a pas de train direct, donc il faut ...

1. aller-retour
2. allez
3. changer
4. prenez

wat betekent "la gare" in het Frans?

19:00

7:55

8:55

21:15

06:30

9:15

A vos marches!

- votre cahier 

- un stylo

--> 6 verbes - 2 minutes

Conjugue au temps demandé

1) je - faire - passé composé

2) tu - visiter - passé composé

3) on - répondre - passé composé

4) nous - choisir - passé composé

5) vous - être - passé composé

6) ils - rougir - passé composé

Conjugue au temps demandé

1) j'ai fait

2) tu as visité

3) on a répondu

4) nous avons choisi

5) vous avez été

6) ils ont rougi

p 106

p107

Bref:

- passé composé

avoir?               être?

--> j'ai mangé                --> elle est tombée

Wat ga je doen?

1) Ik mis echt nog basiskennis over de passé composé

2) Ik snap het wel, maar ik wil eerst basiskennis opfrissen, dit ging nog wat te snel

3) Ik heb de basiskennis op orde, geef mij maar opdrachten over de nieuwe leerstof

Wat ga je doen?

1) opfrissen bij docent

2) opdrachten 15acd p106 - nakijken docent

3) opdrachten 16cde p107

00:34

Hoe laat is het?

1. 8u
2. 9u
3. 8:30u
4. 9:30u

00:43

Deze leerling zit in de les...

1. wiskunde
2. geschiedenis
3. Frans
4. tekenen

00:57

Welk vak hebben de leerlingen dadelijk?

1. aardrijkskunde
2. geen vak, ze maken een uitapje
3. sport
4. geschiedenis

01:13

Welke uitspraak is correct?

1. Het is 12u, de leerlingen staan te wachten om naar huis te gaan
2. Het is 12u, de leerlingen staan te wachten om te gaan eten

01:27

Deze jongen is aan het voetballen om...

1. 12:30u
2. 13u
3. hij zegt niet hoe laat het is

01:36

La récré = de pauze... die is om...

1. 14u
2. 14:30u
3. 15u
4. 15:15u

01:47

Wat doen deze meisjes?

1. Ze studeren
2. Ze kletsen
3. Ze maken hun huiswerk
4. Ze chatten

01:54

De school is uit om...

01:47

Het is nu...

1. 16u
2. 16:15u
3. 16:30u
4. 17u

00:57

Hoe laat is het wanneer de leerlingen in de bus zitten?

1. 10u
2. 10:30u
3. 10:15u
4. 11u

00:34

Welke dag zijn we volgens deze leerling?

1. maandag
2. dinsdag
3. woensdag
4. donderdag