2.1 Communicatie en media

 Communicatie en interpretatie
1 / 22
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Introduction

Uitleg bij §1 van het Thema media. Methode: Thema's Maatschappijleer

Items in this lesson

 Communicatie en interpretatie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Je kan verschillende manieren om te kunnen communiceren opnoemen
Je kan het begrip massamedia uitleggen 
Je kunt uitleggen waar we media dagelijks voor gebruiken

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

communiceren
ewelkW
zender
ontvanger
het doorgeven en ontvangen van informatie
informatie
middel

Slide 3 - Slide

Alle gesprekken die je voert, via welk middel dan ook, is een vorm van communicatie. Wij communiceren tegenwoordig heel vaak via een medium.
Grote vraag
Hoe
kun je weten of de informatie die je hoort, leest of ziet, betrouwbaar is?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

W

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Betrouwbaar informatie 
  • Bronnen: waar komt het vandaan?
  • Feiten (objectief) en meningen (subjectief) gescheiden?
  • Hoor en wederhoor: verschillende betrokkenen gehoord?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

communicatie
Je communiceert voortdurend op allerlei manieren. Drie manieren daarvan zijn:
  1. non-verbaal of verbaal
  2. eenzijdig of tweezijdig
  3. persoonlijk of massaal

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

non-verbaal of verbaal
Je lichaam spreekt met anderen: gevoelens, gedachten, houding en uitstraling zijn vaak aan de 'buitenkant' te zien. Dit is non-verbale communicatie.
Spreken of schrijven noemen we verbale communicatie

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Eenzijdig of tweezijdig
Eenzijdig = je ontvangt alleen informatie en kunt niet reageren

Tweezijdig = je bent tegelijk zender en ontvanger

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

persoonlijk of massaal
1 zender, veel ontvangers
Wanneer een medium (tv, krant, boeken, radio, billboards, enz.) een groot publiek bereikt, is het een massamedium
massacommunicatie

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Waar gebruiken we media voor?
kennis en nieuws
ontspanning
contact
identiteit

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Mediawijs
Je bent mediawijs als je op een bewuste manier kunt omgaan met media. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

2

Slide 16 - Video

This item has no instructions

00:10
Welke media gebruiken jullie?

Slide 17 - Mind map

This item has no instructions

00:59
Welke functie van mediagebruik komt hier vooral naar voren?
A
kennis en nieuws
B
ontspanning
C
sociaal contact
D
identiteit

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Massamedia
A
zijn zenders die hun geld verdienen met reclames. Zoals RTL 4/5/7 en SBS6.
B
zijn zenders die geld krijgen van de overheid. AVROTROS en BNNVARA, op NPO 1, 2,3
C
zijn media waarbij de informatie door heel veel mensen wordt gezien, gelezen of gehoord.
D
is het doorgeven van actuele, bijzondere of interessante informatie aan lezers/kijkers/luisteraars.

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen massamedia
A
Clubblad
B
Radio
C
TV
D
Krant

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Massamedia is:
A
Media die zich met hun boodschap tot grote groepen mensen tegelijk richten
B
Media zich met hun boodschap tot kleine groepen mensen tegelijk richten.

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Maak de zin af. Als je mediawijs bent:


A
maak je weinig gebruik van de media
B
hoef je geen informatie meer te checken
C
bekijk je steeds of berichten betrouwbaar zijn

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions