Eco - Leerjaar 2 - Paragraaf 4.1 Hoe maak je dat? (rekenen)
Paragraaf 4.1 Hoe maak je dat? (rekenen)
Beroepscollege Parkstad Limburg Locatie Holz
1 / 13
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2
This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Paragraaf 4.1 Hoe maak je dat? (rekenen)
Beroepscollege Parkstad Limburg Locatie Holz
Slide 1 - Slide
Je kunt de productiekosten berekenen.
Je kunt de kostprijs per product berekenen.
Leerdoelen
Beroepscollege Parkstad Limburg Locatie Holz
Slide 2 - Slide
Wat waren de productiekosten ook alweer?
A
Al het geld wat aan personeel betaald moet worden.
B
Al het geld dat een bedrijf aan grondstoffen uitgeeft.
C
Het totale bedrag van alle kosten die een bedrijf betaald om iets te maken.
D
De prijs waarvoor je een product in de winkel koopt.
Slide 3 - Quiz
Productiekosten zijn dus alle kosten die een bedrijf maakt om een product te kunnen produceren.
Dit kan je natuurlijk berekenen. Je telt namelijk alle kosten die in de vraag staan bij elkaar op.
Productiekosten berekenen
Beroepscollege Parkstad Limburg Locatie Holz
Slide 4 - Slide
Harry maakt sieraden. Voor 1 ketting koopt hij voor €20 aan edelstenen en €12,50 aan zilver. Wat zijn de totale productiekosten voor 1 ketting?
(Laat de berekening zien)
Slide 5 - Open question
Chefke maakt mooie houten tafels. Voor deze tafels gebruikt hij eikenhout. Dit hout kost Chefke €15 per meter. Voor een tafel heeft Chefke 4 meter hout nodig. Wat zijn de productiekosten voor 1 tafel?
(Laat een berekening zien)
Slide 6 - Open question
Je kunt de productiekosten berekenen.
Je kunt de kostprijs per product berekenen.
Leerdoelen
Beroepscollege Parkstad Limburg Locatie Holz
Slide 7 - Slide
Soms krijgen we de totale productiekosten van meer dan 1 product. Toch is het handig om de productiekosten van 1 product ook te weten. Dit noemen we de kostprijs.
De kostprijs kan je berekenen. Totale kosten : aantal producten
Kostprijs per product
Beroepscollege Parkstad Limburg Locatie Holz
Slide 8 - Slide
Henk maakt stoelen. Voor een set van 4 stoelen koopt hij €35 hout, €30 metaal en €5 verf. Wat is de kostprijs van 1 product?
Stap 1: Wat zijn de totale kosten? 35 + 30 + 5 = €70
Stap 2: Totale kosten : aantal producten. 70 : 4 = €17,50 per stoel.
Bijvoorbeeld
Beroepscollege Parkstad Limburg Locatie Holz
Totale kosten : aantal producten
Slide 9 - Slide
Joep maakt 5 paar schoenen. Voor deze 5 paar koopt hij voor €6 rubber, €2 veters, €10 plastic, €5 piepschuim, en €10 aan overige materialen.
Wat is de kostprijs van 1 paar schoenen?
Samen oefenen
Beroepscollege Parkstad Limburg Locatie Holz
Slide 10 - Slide
Meneer Delnoy maakt lieve knuffelbeertjes. Voor 10 beertjes heeft hij het volgende nodig. €8,50 aan knuffelvulling, €12,50 aan stof en €5 aan naaigereedschap. Wat is de kostprijs van 1 knuffelbeertje?