APA Quiz

The do's and
don'ts in APA
Een beknopte behandeling
van de meestvoorkomende situaties
bij het verwijzen naar bronnen
De grote  APA quiz!
1 / 23
next
Slide 1: Slide
Keuzedeel mbo-hboHBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

The do's and
don'ts in APA
Een beknopte behandeling
van de meestvoorkomende situaties
bij het verwijzen naar bronnen
De grote  APA quiz!

Slide 1 - Slide

Ronde 1 
wel of geen plagiaat?

Slide 2 - Slide


In mijn verslag neem ik bijna letterlijk de tekst over van iemand anders. Ik vermeld de bron in de bronnenlijst.  
A
Plagiaat
B
Geen plagiaat

Slide 3 - Quiz


Ik kopieer de tekst van iemand anders; ik verander enkele woorden, maar ik vermeld de bron. 
A
Plagiaat
B
Geen plagiaat

Slide 4 - Quiz


Ik leg in mijn eigen woorden uit wat ik in een andere tekst gevonden heb. Ik kies daarvoor andere woorden en gebruik een andere zinsbouw. Ik verwijs in de tekst en ik vermeld de bron. 
A
Plagiaat
B
Geen plagiaat

Slide 5 - Quiz


Ik gebruik een afbeelding van een website. Ik vermeld geen bron. 
A
Plagiaat
B
Geen plagiaat

Slide 6 - Quiz

Ronde 2
Citeren of parafraseren?

Slide 7 - Slide

Wat is het verschil tussen
citeren en parafraseren?
A
Citeren: in eigen woorden weergeven. Parafraseren: letterlijk overnemen.
B
Citeren: letterlijk overnemen. Parafraseren: in eigen woorden weergeven.

Slide 8 - Quiz

Bij het gebruik van een citaat in je verslag moet je altijd een paginanummer vermelden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Een citaat zet je cursief in je verslag neer.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Ronde 3 
Bronvermelding

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Je hebt als bron Terlouw en Visser (2017) gebruikt. Aan het einde van de zin wil je verwijzen. Wat is de correcte verwijzing?
A
(Terlouw & Visser, 2017)
B
Terlouw en Visser (2017)...
C
(Terlouw en Visser, 2017)
D
In 2017 schreven Terlouw en Visser

Slide 13 - Quiz

Is het publicatiejaar van een bron onbekend dan gebruik je de afkorting:
A
z.d.
B
g.j.
C
z.j.
D
a.j.

Slide 14 - Quiz

Je wilt verwijzen naar een interview op 28 mei 2021 met Denise Schagen. Wat is de juiste bronvermelding?
A
(D. Schagen, persoonlijke communicatie, 28 mei 2021)
B
(Schagen, interview, 2021)
C
(Schagen, 2021)
D
(Denise, persoonlijke communicatie,2021)

Slide 15 - Quiz

Het gebruik van smartphones is de afgelopen jaren algemeen goed geworden *.


Bron: Sapacz, M., Rockman, G., & Clark, J. (2016). Are we addicted to our cellphones? Computer in Human behaviour, 57, 153-159.
A
(Sapacz en Rockman, 2016)
B
(Sapacz & Rockman, 2016)
C
Sapacz, Rockman et al., 2016
D
(Sapacz et al., 2016)

Slide 16 - Quiz

* beschrijven dat in 2016, 350 miljoen zakelijke smartphone gebruikers over de hele wereld waren.


Bron: Kim, H. L., Lee, C.C., Yun, H., & Im, K.S. (2015). An examenination of work exhaustion in the mobile enterprise environment. Technological foracsting and social change, 100, 255-266
A
Kim en Lee et al., (2016)
B
Kim et al. (2016)
C
Kim el at., 2016,
D
Kim, Lee, Yun en Im (2016)

Slide 17 - Quiz

Ronde 4
Literatuurlijst

Slide 18 - Slide

Let op
-Ordenen op alfabetische volgorde
-Titel meestal cursief, behalve bij tijdschriften, dan naam van tijdschrift cursief (check dit per onderdeel)
-Link: onderstreep de link niet en maak hem zwart
-Alleen achternamen en voorletters
-interpunctie; waar moet een punt en waar een komma
-Ondertitel

Gebruik SCRIBBR.nl


Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

De titel van het boek wordt cursief opgenomen in de literatuurlijst.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Citeren
  • Citaat onder 40 woorden altijd “tussen aanhalingstekens”
  • Bij een citaat paginanummer vermelden (p. 34)
  • Je mag een citaat inkorten:        . . .  
  • Citaat dat op meerdere pagina’s staat:   (Janssen, 2021, pp. 34-36).



Slide 22 - Slide

Parafraseren
  • In eigen woorden weergegeven materiaal (tekst/beeld/..) van iemand anders
  • Geen aanhalingstekens gebruiken
  • Paginanummer niet weergeven



Slide 23 - Slide