This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
§5.2 - Planten groeien
Slide 1 - Slide
5.2 Planten groeien - leerdoelen
Je kunt benoemen uit welke onderdelen een zaadje bestaat. (bron 3)
Je kunt de volgorde van ontkieming benoemen. (bron 4)
Je kunt uitleggen wat er bij de eind- en zijknoppen van een tak gebeurt. (bron 5)
Je kunt uitleggen waar knopschubben voor dienen. (bron 5)
Je kunt vertellen uit welke twee ringen een jaarring van een boom bestaat. (bron 6)
Slide 2 - Slide
Hoe komt een plant uit een zaadje
Na de bloei veranderen de bloemen in vruchten.
In de vruchten zitten de zaden.
Zolang zaden droog blijven gebeurt er niets.
Pas als er vocht bijkomt begint er een plantje te groeien, dit noem je ontkiemen.
Bron 2
Slide 3 - Slide
Hoe ontkiemt een zaadje?
Bron 3
Ontkiemen gaat zo:
1. De zaadhuid (het buitenste laagje) neemt water op.
2. De zaadlobben (bevat voedsel voor de plant) zwellen hierdoor op en dan knapt de zaadhuid open.
3. Dan komt als eerste het worteltje naar buiten.
4. Daarna volgen de stengel en de blaadjes.
Slide 4 - Slide
Ontkieming bruine boon
Slide 5 - Slide
In welke stappen groeit een bonenplantje uit een zaadje? Leg uit:
Slide 6 - Open question
Ontwikkeling van een kiemplantje
= Ontwikkeling
Bron 4
Slide 7 - Slide
Planten groeien
Bruine boon van binnen Ontkiemen
Slide 8 - Slide
Lengtegroei
Alle planten groeien door middel van lengtegroei.
De nieuwe cellen worden gemaakt in de uiterste topjes van de stengel(s) en wortels, hierdoor wordt de plant langer.
Bij bomen zie je dan eindknoppen en zijknoppen op de stengels (takken). Vanuit daar groeit de plant verder.
Bron 5
Slide 9 - Slide
Diktegroei
Sommige planten, met name bomen, hebben niet alleen lengtegroei, maar ook diktegroei.
In de stam zit een groeilaagje, daar wordt elk jaar, in de lente en zomer, een nieuwe laag met cellen gemaakt.
Als je een boom doorzaagt, kun je die laagjes goed zien. Dit noem je jaarringen.
Bron 6
Slide 10 - Slide
Hoe oud is deze zijtak?
A
1 jaar
B
2 jaar
C
3 jaar
D
4 jaar
Slide 11 - Quiz
Als het worteltje uit de boon naar buiten komt, noem je dat:
A
groeien
B
ontwikkelen
Slide 12 - Quiz
Werken aan opdrachten
Opdracht:
H5.2 - leren + Opdrachten maken
Lees: "Heel paragraaf 2!"
Maak: 1, 2 + 3, 4 en 5, + 8, 9 + 11, 12 13 a+c
Hulp/Controle?Bij vragen of voor controle: Kom naar voren!
Werken:
Zelfstandig of met je buurman/buurvrouw (Overleg mag in fluistertoon)
Klaar met het huiswerk? Maak de toepassen en de bijbehorende opdrachten. Ben je helemaal klaar? Laat je werk controleren om iets voor jezelf te mogen doen!
timer
15:00
Slide 13 - Slide
Planten maken hun eigen voedingsstoffen. In welke organen doen ze dit vooral?
A
in de bladeren
B
in de bloemen
C
in de stengels
D
in de wortels
Slide 14 - Quiz
De cellen van planten bestaan uit verschillende delen.
Welke kenmerken hebben deze onderdelen van plantencellen?
Zoek bij elkaar
bladgroenkorrel
celwand
cytoplasma
Deze stevige laag bestaat uit voedingsvezels.
Dit groene bolletje maakt voedsel voor de plant.
Dit is een stroperige vloeistof.
Slide 15 - Drag question
Celmembraan plant
Cytoplasma plant
Celkern plant
Vacuole
Bladgroenkorrel
Celwand
Celmembraan dier
Cytoplasma dier
Celkern dier
Slide 16 - Drag question
Waardoor blijft een kruidachtige plant stevig rechtop staan?
A
Door houtstof in de celwanden
B
Door stevige celwanden
C
Door water in de vacuoles
D
Door houtcellen
Slide 17 - Quiz
Hoe noem je een groep cellen van een plant met dezelfde vorm en taak?
A
cytoplasma
B
orgaan
C
weefsel
D
cel
Slide 18 - Quiz
Erik en Adrie praten over de functies van de wortels van planten. Erik zegt: “Dankzij de wortels staat de plant stevig in de bodem”. Adrie zegt: “De wortels nemen water met opgeloste stoffen op”. Wie heeft er gelijk?
A
alleen Adrie
B
alleen Erik
C
Erik en Adrie
D
geen van beiden
Slide 19 - Quiz
Eindknop
Bladschijf
Bladsteel
Hoofdnerf
Zijnerf
Bladmoes
Okselknop
Slide 20 - Drag question
Tijdens de ontkieming neemt de plant water op
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quiz
Bij ontkieming komt als eerste naar buiten.....
A
de stengel
B
de wortel
C
de blaadjes
D
de bloem
Slide 22 - Quiz
Huiswerk
Je maakt de digitale opdrachten van paragraaf 5.2.