Les 5: Het Weer

1 / 11
next
Slide 1: Video
AardrijkskundePrimary Education

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Het weerbericht

Slide 2 - Mind map

Les 4 Het weer-1
Temperatuur wordt gemeten met een Thermometer. Op de thermometer staat een schaal.
De schaal kan zijn in graden Celsius of graden Fahrenheit.
De volgende regels gelden:
Hoe DICHTER bij de Evenaar (Equator) Hoe WARMER.
Hoe HOGER de berg op. Hoe KOUDER
De ZOMER is het warmste, de WINTER is het koudste.

Slide 3 - Slide

Les 4 Het weer-2
Neerslag zijn alle vormen van water, die uit de lucht komen vallen, zoals daar zijn: regen, hagel, sneeuw en mist. 
Neerslag wordt gemeten in milimeters. Dit gebeurt door ee Neerslagmeter.

Slide 4 - Slide

Les 4 Het weer-2
De hoeveelheid neerslag is heel erg afhankelijk van de plaats op de aarde. Op
sommige plekken regent het bijna elke dag (het tropisch regenwoud) en op andere plekken (woestijn) regent het nooit.(denk
aan: de watercyclus).

Slide 5 - Slide

Les 4 Het weer-3
Wind is een stroom van lucht. Warme lucht veroorzaakt een hogere druk.(denk bijvoorbeeld aan een pressurecooker! dus bij koudere lucht is er minder druk. De lucht probeert van de hoge druk naar de lage druk te gaan (net als water van hoog naar laag gaat) De lucht beweegt dus van hoge druk naar lage druk. De lucht gaat dus bewegen. Dit noemen we wind.

Slide 6 - Slide

Les 4 Het weer-3
De wind wordt gemeten in aantal meter per seconde of in windkracht (de schaal van Beaufort).  Bij de wind wordt ook altijd de richting aangegeven. De richting van de wind is altijd, waar de wind vandaan komt,
niet waar hij heen gaat. Bv. Noordenwind betekent dat de wind uit het Noorden komt en dus naar het Zuiden gaat.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Uit hoeveel elementen bestaat wind? Benoem ze.
A
3 elementen: Temperatuur, neerslag en wind.
B
2 elementen: Temperatuur en neerslag .
C
3 elementen: Temperatuur en wind.

Slide 9 - Quiz

Temperatuur wordt gemeten met een Thermometer.
Waar of Niet waar
A
Waar
B
Niet waar.

Slide 10 - Quiz

Temperatuur wordt gemeten met een Thermometer.
Waar of Niet waar
A
Waar
B
Niet waar.

Slide 11 - Quiz