Les 47 Hoe weiger je iets in een gesprek?

Huiswerk nakijken
Les 39 Hoe geef en ontvang je kritiek?
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Huiswerk nakijken
Les 39 Hoe geef en ontvang je kritiek?

Slide 1 - Slide

Hoe ontvang je kritiek?

Je leraar geeft je werkstuk terug. Hij heeft kritiek op de manier waarop je de hoofdstukken hebt ingedeeld. Hij vertelt hoe het wel moet. Je bent het er niet mee eens.
A
Je zegt 'dank u wel voor de informatie' en loopt gefrustreerd weg.
B
Je zegt 'Dank u wel. Ik zal het voortaan zo doen' en je denkt: 'Ik doe het lekker op mijn manier'
C
Je zegt: 'Ik heb gehoord wat u zegt, maar ik ben het er niet mee eens. In de uitleg staat dat het zo ook kan'

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Slide

Welk woord past bij de betekenis?

iemand die brillen verkoopt

Slide 4 - Open question

Welk woord past bij de betekenis?

erg boos om wat jou wordt aangedaan

Slide 5 - Open question

Welk woord past bij de betekenis?

je eraan storen

Slide 6 - Open question

Welk woord past bij de betekenis?

de omlijsting van een bril

Slide 7 - Open question

Welk woord past bij de betekenis?

teleurgesteld

Slide 8 - Open question

Welk woord past bij de betekenis?

afgaan, voor gek staan

Slide 9 - Open question

Les 47
Hoe weiger je iets in een gesprek?

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Hoe reageer je op een goede manier?
Je moeder vraagt of je je kamer wilt opruimen, maar je had juist met een vriend(in) afgesproken. Je zegt:
A
'Door jouw gezeur heb ik geen vrienden!'
B
'Ik heb liever dat jij dat doet. Jij kunt het zo goed!'
C
'Nee, niet nu, ik heb met een vriend afgesproken. Mag het morgen?'
D
'Waarom moet dat nou altijd als ik wat leuks van plan ben! Kan het niet een andere keer?'

Slide 19 - Quiz

Aan de slag
Huiswerk
Les 47 vraag 9, 10 en 11 maken

Slide 20 - Slide