Samenwerken in Europa.

Aan wat denk jij als je deze vlag ziet?
1 / 23
next
Slide 1: Open question
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Aan wat denk jij als je deze vlag ziet?

Slide 1 - Open question

Welke taal wordt het meest gesproken in de EU?
A
Duits
B
Engels
C
Frans
D
Spaans

Slide 2 - Quiz

Wat weet je al van de
Europese Unie?

Slide 3 - Mind map

Samenwerken in Europa.
Doelen
  1. De leerling kan het aantal leden benoemen van de Europese Unie.
  2. De leerling kan de voor- en nadelen benoemen van de Europese Unie. 
  3. De leerling kan het verband uitleggen tussen de EEG en Europese Unie. 
  4. De leerling kan de leden van de EEG benoemen en weet waar de afkorting voor staat. 
  5. De leerling kan de verschillen en taken omschrijven van Europees Raad, raad van ministers, europese comissie en Europees parlement. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Niet alle Europese landen zijn lid van de Europese Unie.
Welk land is geen lid?
A
Cyprus
B
Litouwen
C
Slovenië
D
Zwitserland

Slide 17 - Quiz

Hoeveel lidstaten heeft de Europese Unie?
A
26
B
27
C
28
D
29

Slide 18 - Quiz

9: Aan de Champions League mogen alleen voetbalclubs uit de Europese Unie meedoen.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 19 - Quiz

Hoeveel landen kunnen we
samen benoemen van de Europese
Unie?

Slide 20 - Mind map

Slide 21 - Map

Wat kan je benoemen wat je vandaag hebt geleerd?

Slide 22 - Open question

Waar heb je nog vragen over?

Slide 23 - Open question