ICT - Les 2

• MBO

Programmeren - Les 2

Programma van vandaag

• If-statements
• If, else if en else
• AND en OR
• LessonUp quizje

Leerdoel van vandaag

"Na deze les weten jullie wat if- en else-statements zijn en kunnen jullie analyseren wat er gebeurt in een stukje code met if- en else-statements."

Wat is een if-statement?

"Een splitsing in de software"

If-statements

==                 Gelijk aan elkaar

>                   Groter dan

<                   Kleiner dan

>=                 Groter dan (of gelijk aan)

<=                 Kleiner dan (of gelijk aan)

!=                  Niet gelijk aan elkaar

If-statements

Een if-statement controleert of een bepaalde conditie waar (TRUE) of niet waar (FALSE) is.

If-statements

if(6 == 5)                             Waar of niet waar?

if(6 != 5)                              Waar of niet waar?

if(5.5 >= 5.5)                       Waar of niet waar?

if(5.5 < 5.5)                         Waar of niet waar?

if(25 > 5^2)                         Waar of niet waar?

if(3^2 <= 2^3)                     Waar of niet waar?

If-statements

byte leeftijd = 16;

bool jijmagbier = FALSE;

if(leeftijd >= 18)

{

      jijmagbier = TRUE;

}

If-statements

float cijfer = 5.4;

bool voldoende = FALSE;

if(cijfer >= 5.5)

{

      voldoende = TRUE;

}

If en else

byte leeftijd = 16;

bool jijmagbier;

if(leeftijd >= 18)

{

      jijmagbier = TRUE;

}

else

{

      jijmagbier = FALSE;

}

If en else

float cijfer = 5.4;

bool voldoende;

if(cijfer >= 5.5)

{

      voldoende = TRUE;

}

else

{

      voldoende = FALSE;

}

Else-if

float cijfer = 5.3; bool zittenblijven; bool overgaan; bool twijfel;

if(cijfer >= 6.0)

{

      overgaan = TRUE;

}

else if(cijfer >= 5.0)

{

      twijfel = TRUE;

}

else

{

      zittenblijven = TRUE;

}

AND (&&)

Alle conditities moeten waar zijn.

AND (&&)

float cijfer1 = 5.4;

float cijfer2 = 8.8;

float cijfer3 = 6.4;

bool vak_gehaald = FALSE;

if((cijfer1 >= 5.5) && (cijfer2 >= 5.5) && (cijfer3 >= 5.5))

{

     vak_gehaald = TRUE;

}

OR (||)

Minimaal één van de condities moet waar zijn.

OR (II)

bool ikhebhonger = TRUE;

bool etenstijd = FALSE;

bool ga_eten = FALSE;

if((ikhebhonger == TRUE) || (ga_eten == TRUE))

{

      ga_eten = TRUE;

}

if(9 >= 8)

1. WAAR
2. NIET WAAR

if((8 != 8) && (6 == 6))

1. WAAR
2. NIET WAAR

if((5 > 5^2) && (9 > 8))

1. WAAR
2. NIET WAAR

if((9 < 8) || (3 == 5) || (0 != 0) || (4 != 6))

1. WAAR
2. NIET WAAR

byte cijfer = 5;

if(cijfer > 5)

1. WAAR
2. NIET WAAR

Vooruitblik op de volgende les

De volgende les gaan we het hebben over lussen.