This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Much vs many
Slide 1 - Slide
Much vs many
Slide 2 - Mind map
How much sugar is there?
How many apples are on the table?
I don’t have much time.
She has many friends.
Wat valt op aan bovenstaande zinnen?
Wat is het verschil tussen 'sugar' en 'apples'?
Slide 3 - Slide
Opdracht
Jullie krijgen zo een werkblad
Er komen 10 woorden op het bord te staan
Bepaal per woord of het woord telbaar of ontelbaar is door de woorden in de juiste kolom op te schrijven
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
apples books
bottles chairs
pens water
rice love
information music
Slide 6 - Slide
Hoe weet je of een woord telbaar of ontelbaar is?
Wat voeg je toe om telbare woorden te tellen?
Slide 7 - Slide
Regel voor much/many
Much = ontelbaar (uncountable)
Many = telbaar (countable)
Slide 8 - Slide
Opdracht
Je bent een feest aan het voorbereiden! Voor een perfect feest heb je een boodschappenlijst nodig. Vul de juiste woorden in: much of many. Daarna schrijf je volledige zinnen om jouw lijst compleet te maken.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Wat vond je lastig of makkelijk?
Slide 11 - Mind map
Eigen vragen Hebben jullie nog andere vragen over Engels?