What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
persoonlijk voornaamwoord & (fe)esttenten
1 / 30
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
30 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Montag, den 19. Februar
Slide 2 - Slide
Was machen wir heute?
Wat gaan we vandaag doen?
- Wiederholung Kapitel 2 (Lek 1/2/3)
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
IDEWIS
Wat is de volgorde van de persoonlijke voornaamwoorden?
Gebruik het woord
"IDEWIS"
als ezelsbruggetje.
I
= ich (ik)
D
= du (jij)
E
= er/sie/es (hij/zij/het)
W
= wir (wij)
I
= ihr (jullie)
S
= Sie/sie (U/zij)
Slide 6 - Slide
Hoe krijg je de stam?
In het Duits krijg je de stam door
van het hele werkwoord
de
-en
of
-n
(als er geen 'e' voor staat)
weg te laten
Voorbeelden:
machen > mach; spielen > spiel; radeln > radel
Slide 7 - Slide
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
en
en
e
st
t
t
Slide 8 - Drag question
Ezelsbruggetje
Achter de stam van het werkwoord komen de uitgangen:
(FE)
E - ST - T - EN - T - EN
Slide 9 - Slide
Voorbeelden
'normaal' werkwoord en uitzondering!
machen
ich mach
e
du mach
st
er/sie/es mach
t
wir mach
en
ihr mach
t
sie/ Sie mach
en
reden (d/t)
ich rede
du red
e
st
er/sie/es red
e
t
wir reden
ihr red
e
t
sie/ Sie red en
reisen (ss, ß, s & z)
ich reise
du reis
t
er/sie/es reist
wir reisen
ihr reist
sie/ Sie reisen
Slide 10 - Slide
Sleep het juiste Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord
ik
jij
hij
zij e.v.
wij
jullie
het
u
zij
ich
ihr
er
es
wir
du
sie e.v
Sie
sie
Slide 11 - Drag question
Vertaal 'hij speelt'
spielen (= spelen)
A
er spielt
B
er spielst
C
du spielst
D
du spielt
Slide 12 - Quiz
Vertaal 'jullie kopen'
kaufen (= kopen)
A
ihr kauft
B
sie kauft
C
er kauft
D
du kauft
Slide 13 - Quiz
Vertaal 'hij heet Thomas'
heißen (= heten)
A
er heißt Thomas
B
du heißst Thomas
C
du heißt Thomas
D
er heißst Thomas
Slide 14 - Quiz
Wo . . . deine Großeltern?
[wohnen]
Slide 15 - Open question
Max . . . seiner Freundin Ohrringe.
[schenken]
Slide 16 - Open question
Warum . . . du diesen Mann so?
[hassen]
Slide 17 - Open question
Mit wem . . . du denn die ganze Zeit?
[tanzen]
Slide 18 - Open question
Wie oft . . . du deine Verwandten?
[besuchen]
Slide 19 - Open question
Grammatik A: zwakke werkwoorden, stam op -d of -t
ik
jij
hij/zij/het
wij
jullie
zij/u
voltooid deelwoord
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/
S
ie
wohnen reisen warten(wachten)
wohn
e
wohn
st
wohn
t
wohn
en
wohn
t
wohn
en
reis
e
reis
t
reis
t
reis
en
reis
t
reis
en
wart
e
wart
e
st
wart
e
t
wart
en
wart
e
t
wart
en
ge
wohn
t
ge
reis
t
ge
wart
e
t
1. stam? werkwoord -en
2. plaats uitgang die hoort bij het pers vnw
BV.: wohnen - wohn - du wohn
st
ezelsbruggetje:
(fe)esttenten
Slide 20 - Slide
Voltooid deelwoord
Van een zwak werkwoord:
ge + stam + t --> wohnen --> ge + wohn+ t = gewohnt
Voor een stam die eindigt op een -d of een -t:
ge + stam + et --> reden --> ge + red + et = geredet
Slide 21 - Slide
Der, die, das....
der
die
das
-
Mannelijke personen/dieren
- dagen
- maanden
- seizoenen
-
Vrouwelijke personen/dieren
-
Veel woorden op -e
-
-heit, -keit, -schaft, -ung
-
Onzijdig
-
Veel het-woorden
- chen & lein
Slide 22 - Slide
der
der
das
das
die
die
das
Slide 23 - Drag question
der-die-das?
... Mädchen
A
die
B
das
C
der
Slide 24 - Quiz
(der, die, das) Mutter
A
der
B
die
C
das
Slide 25 - Quiz
der, die oder das?
Hengst
A
der
B
die
C
das
Slide 26 - Quiz
Der, die oder das?
Freiheit
A
der
B
die
C
das
Slide 27 - Quiz
der, die oder das?
Katze
A
der
B
die
C
das
Slide 28 - Quiz
Der, die oder das?
Ei
A
der
B
die
C
das
Slide 29 - Quiz
Jetzt du!
- Aufgabe 1, 2, 3 auf Seite 75
- Aufgabe 4 auf Seite 76
Slide 30 - Slide
More lessons like this
e - i wechsel Kapitel 5 3GT 7e editie
April 2022
- Lesson with
20 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Les Duits klas 1 donderdag 27 oktober
October 2022
- Lesson with
28 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
N - werkwoordvervoeging tt regelmatig
January 2021
- Lesson with
23 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
26. Januar 2024 / Kapitel 4 / Zwakke werkwoorden sprv toets
January 2024
- Lesson with
32 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1-3
Les 32 K4 Donnerstag Grammatik
November 2022
- Lesson with
16 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Les 32 K4 Dienstag Grammatik
February 2022
- Lesson with
15 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Wiederholung regelmatige werkwoorden
October 2022
- Lesson with
38 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Les 25 K4 Donnerstag Grammatik
December 2022
- Lesson with
17 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2